Rugleuning; Hoofdsteun; Stabilisatiestang; Opties - One-Arm-Drive - Quickie Life i Notice D'utilisation

Rugleuning

Aanpassing hoogte
Rugleuning
De hoogte van de rugleuning
kan worden versteld van 350
mm - 500 mm (afhankelijk van
de positie van de rugleuning).
Draai de bouten (1)+(2) los en
druk de buis van de rugleuning
in de gewenste positie. Draai
de bouten weer aan (Fig. 6.23).
Hoekverstelbare
rugleuning
De hoek van de rugleuning
kan in 6 verschillende
posities worden gesteld
(-5° naar voren, 0°, 5°, 10°,
15° en 20° naar achteren).
Om de hoek aan te passen,
verwijdert u de schroef (1),
stelt u de gewenste hoek in
en draait u de schroef
opnieuw aan. (Fig. 6.24).
Door de klemhendel (1) los
te maken kan de hoogte van de rugleuning oneindig van 350 –
500 mm worden aangepast.
Aanpassen van de hoek
van de rugleuning
(7° - 30°)
Door de 2 hendels (1)
U kunt de rugleuning
loskoppelen en vervolgens
naar de gewenste positie
verplaatsen.
Loslaten van de 2 hendels
(1) zal de rugleuning op zijn
plaats vastklikken (Fig. 6.25).
WAARSCHUWING!
• De verstelbare rugleuning kan uitsluitend worden gebruikt
in combinatie met de verlengde wielbasis.
• Het is aan te bevelen de verstelbare rugleuning te
gebruiken in combinatie met anti-tip wielen (max. vrije
grond ruimte 30 mm-50 mm).
• We adviseren de verstelbare rugleuning te gebruiken in
combinatie met een stabilisatiestang.
Instelbare spanning rugleuning
(Fig. 6.26)
De verstelbare rugleuning kan qua
spanning worden aangepast door
het Velcro® klittenband los te maken
en deze door de gespen (1) te halen.
Wanneer de gewenste spanning is
bereikt, drukt u het klittenband weer
op elkaar.
Herhaal dit proces voor iedere band.
De bekleding van de rugleuning kan
via een opening aan de binnenzijde
worden bereikt en aangepast aan
individuele voorkeur.
WAARSCHUWING!
Controleer voor gebruik van de rolstoel of al het klittenband goed
is bevestigd.
84
Fig. 6.23
Fig. 6.24
Fig. 6.25
1
Fig. 6.26
Rompsteun
De hoek, diepte en hoogte van de
rompsteun kunnen worden
aangepast (zie Fig. 6.27). Door de
vergrendelingshendel te draaien,
kan de rompsteun worden
weggeklapt (1).
1
2

Hoofdsteun

Hoofdsteun
(Fig. 6.28)
U kunt de hoogte van de hoofdsteun
aanpassen en de steun kan
horizontaal naar voren en naar
achteren worden versteld. Hiertoe
draait u de schroef (1 of 2) los. Zo
kunt u de hoofdsteun naar de
1
gewenste positie verstellen. Draai de
schroeven weer vast (zie ook de
pagina betreffende draaikracht/
torque).

Stabilisatiestang

Inklappende stabilisatiestang
Deze stang dient om de rug te
stabiliseren.
Om de rolstoel te kunnen opvouwen,
moet de ontkoppelingshendel naar
binnen worden geduwd (Fig. 6.29) of
worden losgekoppeld en de
stabiliseerstang moet naar beneden
worden geklapt. Bij het uitklappen
van de rolstoel dient u ervoor te
zorgen dat de stabilisatiestang op zijn plaats is vergrendeld.
Opties – One-arm-drive
One-arm-drive
(Fig. 6.30 - 6.30.1)
Om de rolstoel recht vooruit te laten
rijden, moeten beide hoepels
tegelijkertijd worden gebruikt.
Om de rolstoel op te vouwen,
maakt u de telescopische stang los
door de ontgrendeling naar binnen
te duwen (1). Om de wielen te
verwijderen, trekt u aan de
ontgrendelingsknop 2.

OPGELET!

Controleer altijd of de
verbindingen op de
juiste wijze zijn
bevestigd, om letsel
te voorkomen.
Fig. 6.27
1
Fig. 6.28
Fig. 6.29
Fig. 6.30
Fig. 6.30.1
(1) (1)
1
2
(2)
Life i Rev.6.0