Opties - Zwenkwiel
Zwenkwiel, aanpassing zwenk-
wiel, zwenkwielvork
Het kan gebeuren dat de rolstoel
iets afwijkt naar links of naar rechts
of dat de voorwielen wiebelen.
Dat kan door de volgende zaken
komen:
• De voorwaartse of achterwaartse
wielbeweging is niet goed ingesteld.
• De camber is niet goed afgesteld.
• De luchtdruk van het voorwiel en/
of van het achterwiel is niet goed;
de wielen draaien niet soepel
genoeg.
Om de rolstoel in een rechte lijn te laten rijden, moeten de zwenk-
wielen optimaal worden aangepast. U moet de voorwielen laten
afstellen door een erkend dealer.
Telkens wanneer u de positie van het achterwiel hebt laten verande-
ren, moet u het balhoofd opnieuw aanpassen en de wielvergrende-
lingen controleren. Controleer de instelling van het verbindingsstuk
van het zwenkwiel (1) door er een tekendriehoek naast te zetten en
het van de voorzijde te bekijken. Zorg ervoor dat het verbindingsstuk
in een rechte hoek is ten opzichte van de vloer. Door de schroeven
(2) los te draaien en het verbindingsstuk te stellen, kunt u de wielen
weer instellen naar hun optimale positie, door de corresponderende
tandwielen te stellen. Controleer na aanpassingen altijd of alle
schroeven correct zijn aangedraaid (zie ook de pagina betreffende
draaikracht/torque).
Opties - Asplaat
Asplaat
De positie van het zwaartekrachtpunt in
combinatie met de achterwielen is een
belangrijke factor voor gemakkelijk en
comfortabel rijden. Er zijn verschillende
mogelijkheden. Wanneer u de asplaat
naar de achterste gaatjes van het frame
brengt (1), is de rolstoel heel veilig, maar
tegelijkertijd niet zo manoeuvreerbaar.
Wanneer de asplaat verder naar voren
wordt geplaatst, is de rolstoel beter te
manoeuvreren.
Door de adapter (3) in de asplaat te
veranderen, kan de zithoogte van de stoel worden
past. Controleer na aanpassingen altijd of alle schroeven
zijn aangedraaid (zie ook de pagina betreffende draaikracht/torque).
OPGELET!
Het kan noodzakelijk zijn de remmen en zwenkwielen opnieuw
in te stellen.
Fig. 16
2
1
90°
Fig. 17
aange-
2
correct
Opties - Camber
Camber
De camber van de stoel kan worden
aangepast van 1° tot 4°.
Hierdoor krijgt de rolstoel een verhoogde
stabiliteit en valt hij niet weg naar een
zijde. Het verbetert tevens het vermogen
tot manoeuvreren.
Draai de schroeven in de asplaat (1)
los. Verstel daarna de adaptor tot de
gewenste hoekinstelling. Draai de
schroeven weer vast. (zie de pagina over
torque).
De instelling van de camber is van
invloed op de totale breedte van de
rolstoel; iedere graad komt overeen
met 1 cm
OPGELET!
Indien noodzakelijk
moeten de remmen en zwenk-
wielen
opnieuw worden aangepast.
Opties - Rugleuning
Rugleuning met verstelbare hoek
Rugleuning met verstelbare hoek kan
in 7 posities worden gezet (9° voor-
waarts, 0°, 3°, 6° en 9° achterwaarts).
Door de schroef (1) los te maken en
verwijderen, kan de hoek in stappen
van 3° worden aangepast.
Voor uw eigen veiligheid moeten aan-
passingen altijd worden uitgevoerd
door uw dealer.
Instelbare spanning rugleu-
ning
De spanning van de rugleu-
ning kan worden ingesteld met
gebruik van diverse banden. De
bekleding van de rugleuning kan
via een opening aan de binnen-
zijde worden bereikt en aange-
past aan individuele voorkeur.
Fig. 18
2
Fig. 21
1
Fig. 19
Fig. 20
1
59