Duwhandvatten
In de hoogte verstelbare duwhandvatten (Fig. 6.42)
Die duwhandvatten zijn in hun positie beveiligd door pinnen die
voorkomen dat ze per ongeluk wegschuiven. Het openen van de quick
release
hendel maakt het mogelijk de hoogte van de duwhendels
aan te passen aan uw individuele wensen. Wanneer u de hendel
beweegt, zult u een vergrendelingsmechanisme horen; u kunt het
duwhandvat nu makkelijk in de gewenste positie brengen. De moer
bepaalt hoe
stevig de duwhandvatten op hun plaats gehouden worden. Als de
moer losgedraaid is, zal ook het duwhandvat te los zitten. Draai het
duwhandvat naar beide kanten om u ervan te vergewissen dat hij
stevig op zijn plaats zit. Nadat u de hoogte van het duwhandvat heeft
ingesteld, moet u de fixatiehendel altijd stevig op zijn plaats
vastmaken. Als de fixatiehendel niet vergrendeld is, kan dit letsel
veroorzaken bij het opgaan van een trap.
Duwhandvat
Neerklapbare duwhandvatten (Fig. 6.43)
Wanneer u de duwhandvatten niet gebruikt, kunt u die neerklappen
door op de knop (1) te drukken. Zodra u ze opnieuw nodig hebt, klapt u
ze weer naar boven tot ze op hun plaats klikken.
Anti-tip wielen
Anti-tip wielen (Fig. 6.44)
Anti-tip wielen (1) bieden bijkomende veiligheid voor onervaren
gebruikers wanneer deze nog leren hoe de rolstoel te gebruiken. Anti-
tip wielen (1) voorkomen dat een rolstoel naar achteren kantelt. De
anti-tip wielen (1) kunnen naar beneden worden geklapt door erop te
duwen. Ook kunnen ze naar voren worden gedraaid. Er moet 30 mm
tot 50 mm ruimte zijn tussen vloer en anti-tip wielen. Om een stap
omhoog of omlaag te gaan (bijv. een stoeprand), moeten de anti-tip
wielen naar voren worden gebracht, om te voorkomen dat ze de grond
raken.
OPGELET!
Duw de anti-tip niet zover in de buis van het frame dat beide knoppen
in de buis komen. Hierdoor kan de anti-tip beschadigen en het
gewenste effect wordt verkleind.
Door op de tweede zichtbare ontgrendelingsknop te drukken, kan de
anti-tip omhoog worden gebracht of worden verwijderd. Er moet altijd
tussen de 30 mm en 50 mm afstand zijn tot aan de grond. U moet de
wielen naar voren zwaaien wanneer u grote hindernissen (bijv. stoep)
op- of afrijdt, om aanraking met de grond te vermijden. Draai de anti-
tip wielen vervolgens weer naar beneden in de normale positie (Fig.
6.44).
WAARSCHUWING!
Wanneer de anti-tip wielen verkeerd zijn aangebracht, wordt het
gevaar op achterwaarts kantelen groter.
Krukkenhouder
Krukkenhouder (Fig. 6.45)
Hiermee kunt u krukken meenemen op de rolstoel. De krukkenhouder
heeft een velcrolus waarmee u de krukken of andere hulpmiddelen
kunt vastmaken.
OPGELET!
Probeer nooit de krukken of andere hulpmiddelen te gebruiken, of
deze te verwijderen, terwijl de rolstoel in beweging is.
Life i Rev.6.0
Fig. 6.42
Fig. 6.43
1
Fig. 6.44
1
Fig. 6.45
87