Swegon Kit CPT TAC3 Manuel D'installation page 12

4) Werking als de CPT de ventilatoren aanstuurt
4.1 Starten/stoppen van de ventilatoren
Het starten/stoppen van de ventilatoren wordt verzekerd door de toetsen van de CPT (softstop) en niet door de 230V
voeding. Het is mogelijk om de ventilatoren te stoppen via een extern contact tussen de klemmen +12V en IN1 van de
CBr4 (in dit geval mogen de ingangen K1/K2/K3 van de CBr4 niet aangesloten zijn). Zie schema's / in bijlage 1.
4.2 Werkingsmodes
De kit CPT TAC3 laat toe om met behulp van de CPT de volgende 4 modes te configureren:
MODE CA :
De installateur definieert 3 constante debieten voor de ventilatoren F1 enF2 (m³u K1, m³u K2 et m³u K3).
Deze debieten worden geactiveerd met de toetsen I / II / III van de CPT en weergegeven via de LEDs I / II / III van de
CPT. De debieten F3 en F4 zijn gelijk aan %F34/F12 van F1.
MODE CPf :
CPf op F1: Het debiet van F1 en F2 wordt automatisch aangepast in functie van een berekende constante drukwaarde.
De debieten F3 en F4 zijn gelijk aan %F34/F12 van F1.
CPf op F3: Het debiet van F3 en F4 wordt automatisch aangepast in functie van een berekende constante drukwaarde.
De debieten F1 en F2 zijn gelijk aan1/ %F34/F12 van F3.
Het starten/stoppen van de ventilatoren gebeurt via de toetsen OFF en I.
Met toets III kan een 2e meetwaarde geactiveerd worden.
MODE CPs :
CPs op F1: Het debiet van F1 en F2 wordt automatisch aangepast om zo een door een sonde gemeten drukwaarde
constant te houden. De debieten F3 en F4 zijn gelijk aan %F34/F12 van F1.
CPs op F3: Het debiet van F3 en F4 wordt automatisch aangepast om zo een door een sonde gemeten drukwaarde
constant te houden. De debieten F1 en F2 zijn gelijk aan1/ %F34/F12 van F3.
Het starten/stoppen van de ventilatoren gebeurt via de toetsen OFF en I.
De druksonde wordt aangesloten op ingang K2 van het CBr4 circuit.
Met toets III kan een 2e meetwaarde geactiveerd worden.
MODE LS :
Het debiet van de ventilatoren F1 en F2 staat in functie van een 0-10V signaal dat op klem K2 is aangesloten. (lineaire
relatie). Deze relatie LS wordt bepaald door middel van 4 waarden: Vmin, Vmax, m³u≡Vmin et m³u≡Vmax.
De debieten F3 en F4 zijn gelijk aan %F34/F12 van F1 (behalve indien voor F3/F4 het 0-10V signaal geconfigureerd is in
de advanced setup).
Het starten/stoppen van de ventilatoren gebeurt via de toetsen OFF en I.
De sonde wordt aangesloten op ingang K2 van het CBr4 circuit.
Met toets III kan een 2e meetwaarde geactiveerd worden.
Principeschema :
De waarde m³u≡Vmin kan hoger of lager zijn dan m³u≡Vmax.
In de geavanceerde setup is het mogelijk om de ventilatoren te stoppen indien
het ingangssignaal lager of hoger ligt dan de ingegeven limieten.
12