5.10 SLIJPEN VAN DE DRAADSNIJDER (Afb. 25)
– H aal de draadsnijder (1) uit de bescherming (2),
door de schroeven (3) los te draaien.
– Z et de draadsnijder vast in een bankschroef en vijl
met behulp van een platte vijl. Zorg ervoor dat de
originele snijhoek behouden blijft.
– H ermonteer het mes op de bescherming.
5.11 LANGDURIGE STILSTAND
BELANGRIJK Indien men van plan is de machine lan-
ger dan 2 – -3 maanden niet te gebruiken, moeten een
aantal voorzorgsmaatregelen getroffen worden om pro-
blemen te vermijden bij het hervatten van het werk of
om permanente schade aan de motor te voorkomen.
Alvorens de machine op te bergen:
– L edig de brandstoftank.
– S tart de motor en laat hem op het laagste toerental
draaien tot de stilstand, zodat alle in het reservoir
overgebleven brandstof opgebruikt wordt.
– L aat de motor afkoelen alvorens de machine op te
bergen.
Wanneer de machine weer gestart wordt, dient men
de machine voor te bereiden zoals aangegeven is in
het hoofdstuk "2. Vòòr het gebruik".
6. BUITENGEWOON ONDERHOUD
Deze ingrepen mogen enkel door uw Verkoper uitge-
voerd worden. Handelingen die uitgevoerd werden in
niet geschikte structuren of door onbekwame perso-
nen doen de garantie vervallen.
6.1 AFSTELLING VAN HET MINIMUMTOERENTAL
LET OP!
Als de snij-inrichting beweegt met
de motor op zijn minimumtoerental, neem dan
contact op met uw verkoper om de motor goed
af te stellen.
6.2 REGELING VAN DE CARBURATOR
De carburator werd in de fabriek geregeld met het oog
op de beste prestaties in alle omstandigheden, met
een minimale uitstoot van schadelijke gassen, over-
eenkomstig de geldende normen.
In geval van schaarse prestaties, wendt u zich tot de
Verkoper voor een controle van de brandstoftoevoer
en de motor.
6.3 SLIJPEN VAN HET ZAAGMES
LET OP!
Om veiligheidsredenen, is het nood-
zakelijk het slijpen en uitbalanceren door een ge-
specialiseerd Centrum te laten uitvoeren, die over
de geschikte bevoegdheid en werktuigen beschikt
om deze handeling uit te voeren, zonder risico het
mes te beschadigen en het gebruik ervan onvei-
lig te maken.
LET OP!
Het zaagmes is niet omkeerbaar en
mag bijgevolg maar aan één zijde gebruikt wor-
den.
Het mes dient nooit gerepareerd te worden, maar
moet vervangen worden zodra eerste sporen van
breuk vastgesteld worden of de vijllimiet overschre-
den is.
22