● De snijhoogte kan in 7 standen worden
ingesteld door de hendel
snijhoogteverstelling omhoog en
omlaag te bewegen.
● Hendel snijhoogteverstelling
vergrendelen. (
8.12)
Snijstand 1:
Snijhoogte 35 mm
Snijstand 7:
Snijhoogte 90 mm
11.7 Maaien
Vóór het maaien moet altijd het
maximale toerental van de
verbrandingsmotor worden
ingesteld. Het maaimes is voor dit
toerental geoptimaliseerd, zo wordt
het beste maairesultaat en het
beste snijvermogen gegenereerd.
Wordt het maaiwerk tijdens het
rijden ingeschakeld, dan wordt het
toerental van de verbrandingsmotor
door de extra belasting bij het
starten van de maaimessen
gedurende korte tijd lager.
Vervolgens draait de
verbrandingsmotor weer op het
ingestelde toerental verder.
Kies een lagere rijsnelheid of een
hogere snijstand bij verstopping
van het uitwerpopening of een lager
toerental van de verbrandingsmotor
tijdens het maaien.
Lees voor een fraai gemaaid gazon
vóór het maaien het hoofdstuk
"Aanwijzingen voor maaien" en
volg de instructies op. (
142
Neem vóór het inschakelen van het
maaimes de volgende punten in acht:
– Er mogen geen personen (in het
bijzonder kinderen) of dieren in de buurt
zijn.
– Controleer het complete terrein waarop
het apparaat wordt gebruikt en
verwijder alle stenen, stokken, kabels,
botten en andere voorwerpen.
– Vóór het inschakelen van het maaiwerk
visueel inspecteren of de
veiligheidsvoorzieningen (afdekkingen
V-riem, deflectorklep enz.) goed zijn
gemonteerd en in onberispelijke staat
zijn.
– Schakel het maaimes uitsluitend bij een
maximaal toerental van de
verbrandingsmotor in.
– Schakel het maaimes uitsluitend in
wanneer het apparaat al op het te
maaien gazon staat.
– Schakel het maaimes niet in hoog gras
of in de laagste snijstand in.
Het maaimes moet in de volgende
volgorde worden ingeschakeld:
● Verbrandingsmotor starten. (
● Het apparaat op het te maaien gazon
rijden.
● Schakel het maaiwerk niet in hoog gras
of in de laagste snijstand in. (
● Door opnieuw op de drukknop
maaiwerk in te drukken, het maaiwerk
inschakelen. (
9.)
11.2)
8.12)
8.5)
Tijdens het maaien:
● Tijdens het maaien de gashendel in de
MAX-stand zetten. (
8.2), (
● De rijsnelheid tijdens het maaien altijd
aan de grashoogte of de snijstand
aanpassen.
Kies bij hoog gras of de laagste
snijstand een lage rijsnelheid. (
Het maaimes in de volgende volgorde
uitschakelen
● Rijd naar een reeds gemaaid gazon of
selecteer de hoogste snijstand van het
maaiwerk. (
8.12)
● Door opnieuw op de
maaiwerkschakelaar te drukken, het
maaiwerk uitschakelen. (
Gevaar voor letsel!
Houd na het uitschakelen van het
maaiwerk rekening met de uitloop.
Het duurt even (max. 5 seconden)
voordat het maaimes tot stilstand
komt.
11.8 Trekken van lasten
Kans op letsel!
Controleer vóór het vasthaken van
lasten altijd of de rem goed
functioneert. (
8.10)
De rijeigenschappen van de
machine veranderen tijdens het
transport van lasten (langere
remweg, minder snel rijden bij het
veranderen van richting enz.). Hoe
zwaarder de last, hoe meer de
rijeigenschap verandert!
Voorkom schade aan het
apparaat!
Op hellingen wordt de maximale
treklast minder.
0478 192 9903 B - NL
8.3)
8.9)
8.5)