In de lopende actieve tijd volgt er
na het indocken geen verdere
maaibeurt.
Handmatig indocken:
● robotmaaier met de bedieningsconsole
in het dockingstation rijden – hiervoor
bedieningsconsole wegnemen
(
15.2) en commando
Handbesturing (
11.5) activeren.
of
● Schuif de robotmaaier met de hand in
het dockingstation.
Til de robotmaaier aan de handgreep (1)
iets op en ontlast de aandrijfwielen. Schuif
het apparaat op de voorwielen in het
dockingstation.
● eventueel de bedieningsconsole
plaatsen (
15.2)
15.8 Accu opladen
Laad de accu uitsluitend op via het
dockingstation.
Bouw de accu nooit uit en laad
deze niet op met een extern
oplaadapparaat.
336
Automatisch laden:
Bij het maaien gebeurt het laden
automatisch steeds aan het einde van de
maaibeurt, wanneer de robotmaaier
indockt in het dockingstation.
Laadprocedure handmatig starten:
● Breng de robotmaaier na gebruik op
aanpalende gazons naar het maaivlak
en dock deze in. (
15.7)
● Dock de robotmaaier na het afbreken
van een maaibeurt in. (
● Beëindig desgewenst de standby van
de robotmaaier door een toets in te
drukken.
Het opladen start automatisch.
Opladen:
Tijdens het opladen verschijnt op de
statusmelding de tekst "Accu wordt
opgeladen".
In alle overige menu's verschijnt op
het infogedeelte van het display een
voedingsstekkersymbool in plaats
van het accusymbool.
Het opladen duurt niet altijd even lang en
wordt automatisch afgestemd op het
volgende gebruik.
Bij oplaadproblemen verschijnt een
bijbehorende melding op het
display. (
24.)
De accu wordt pas na het dalen
onder een bepaalde spanning
opgeladen.
Laadtoestand:
in de statusmelding kan de huidige
laadtoestand rechtstreeks worden
afgelezen, als de betreffende
melding geselecteerd is. (
In alle overige menu's geeft het
accusymbool op het infogedeelte
van het display de laadtoestand
weer. (
15.7)
Als de acculading te gering is, verschijnt
het bijbehorende accusymbool.
Zet in dat geval de robotmaaier in het
dockingstation om de accu op te laden.
11.13)
11.3)
0478 131 9942 C - NL