Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
het netsnoer zodanig dat niemand erover kan struikelen.
10. Gebruik altijd de juiste naaldplaat die is meegeleverd met
deze computergestuurde naaimachine. De verkeerde naald-
plaat kan ervoor zorgen dat de naald breekt.
11. Gebruik geen kromme of gebroken naalden.
12. Gebruik het apparaat altijd op een droge, stabiele en vlakke
ondergrond. Uit de buurt houden van hete oppervlakken of
open vuur.
13. Trek tijdens het naaien niet aan de stof, anders kan de naald
doorbuigen en breken.
14. Geen voorwerpen in de openingen van de computergestuur-
de naaimachine steken of laten vallen.
15. Gebruik de computergestuurde naaimachine niet buiten.
16. Gebruik de computergestuurde naaimachine niet in ruimtes
waar LPG-producten (bijvoorbeeld sprays) of zuurstof wor-
den gebruikt.
17. Het geluidsniveau is bij normale werkomstandigheden 75
dB(A).
18. Schakel de computergestuurde naaimachine uit of haal de
stekker uit het stopcontact als de computergestuurde naai-
machine niet goed werkt.
19. Zet nooit iets op het voetpedaal!
20. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke
of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en ken-
nis, tenzij ze bij het gebruik van het apparaat onder toezicht
staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of die hun leert hoe het apparaat veilig kan worden
gebruikt en ze de daaruit voortvloeiende risico's begrijpen.
21. Er moet toezicht worden gehouden op kinderen om te zor-
gen dat ze niet met het apparaat spelen.
22. Gebruik de machine niet als deze vochtig is of in een vochtige
omgeving staat.
23. Dompel het water nooit onder in water of andere vloeistof-
fen (gevaar voor elektrische schokken!).
24. Sluit het apparaat alleen aan op 100–240 V wisselstroom.
25. Wij raden u aan het apparaat aan te sluiten op een elektrici-
teitsgroep met een aardlekschakelaar.
26. Uw computergestuurde naaimachine is uitgerust met een
LED-lampje. Als het LED-lampje beschadigd is, moet het
worden vervangen door de fabrikant of de klantenservice om
gevaar te voorkomen.
27. De naaimachine mag alleen worden gebruikt met het voet-
pedaal van het type C-9000.
28. Als de aansluitkabel, die verbonden is met het voetpedaal,
beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant
en de klantenservice of een gelijkwaardig gekwalificeerd per-
soon om gevaar te voorkomen.
29. Bewaar deze handleiding op een geschikte plaats in de buurt
van de machine. Geef de handleiding aan derden bij uitlenen
of doorverkopen van het apparaat.
BEWAAR DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ZORGVULDIG.
Deze computergestuurde naaimachine is bedoeld voor huishou-
delijk gebruik.
11