INHOUD
HET MONTEREN ..................................................... 26
MONITOR ................................................................. 29
ONDERHOUD .......................................................... 31
OPMERKINGEN EN
ADVIEZEN
Deze gids is een essentieel onderdeel
van uw fietsergometer. Lees deze gids
zorgvuldig door vóórdat u begint met
monteren, gebruiken of onderhouden
van uw fietsergometer. Bewaar de gids
op een handige plaats. U kunt er, nu
en in de toekomst, nuttige informatie
uithalen die u nodig heeft voor het
gebruik en het onderhoud van de
apparatuur. Volg de instructies altijd met
zorg op.
GEZONDHEID
Laat uw conditie door uw huisarts
•
controleren voordat u begint met trainen.
Bij misselijkheid, duizeligheid of
•
andere abnormale symptomen moet u
direct stoppen met de training en een
arts raadplegen.
Om spierpijn te voorkomen, begint u
•
de training met een warming up en sluit
u die af met cooling-down (langzaam
fietsen met geringe weerstand). U sluit
de training af met stretch oefeningen.
DE TRAININGSRUIMTE
Plaats de trainer op een vlakke en
•
stevige ondergrond. Bescherm de vloer
onder de trainer tegen beschadiging.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens
•
de training, maar zorg dat u niet op de
tocht zit.
Tijdens de training is de toegestane
•
gebruikstemperatuur tussen +10º
en +35°C; voor opslag gelden de
temperaturen tussen -15° en +40°C.
H A N D L E I D I N G
De luchtvochtigheid in de trainings- of
opslagruimte mag nooit hoger dan 90 %
zijn.
Plaats de trainer op een zo vlak
•
mogelijke ondergrond, met aan de
voorkant, de achterkant en aan de
zijkanten minstens 100 cm vrije ruimte.
HET GEBRUIK VAN DE
TRAINER
Ouders en verzorgers van kinderen
•
moeten er rekening mee houden dat
kinderen speels zijn en graag alles
uitproberen. Dit kan ertoe leiden dat de
trainer wordt gebruikt op een manier
waarvoor deze niet bedoeld is. Als
kinderen de trainer mogen gebruiken
moet u als ouder of verantwoordelijke
rekening houden met de lichamelijke
en psychische ontwikkeling en vooral
de aard van het kind. Vertel kinderen
duidelijk hoe de trainer moet worden
gebruikt en houd toezicht. De trainer is
geen geval bedoeld als speelgoed.
Controleer voor de training of het
•
apparaat goed functioneert. Train nooit
op een defect apparaat.
De trainer mag uitsluitend door één
•
persoon tegelijk gebruikt worden.
Draag tijdens de training de juiste
•
kleding en geschikte schoenen.
Gebruik de trainer alleen als alle
•
afschermingen en omkastingen
geplaatst zijn.
Voer alleen die
•
onderhoudsverrichtingen en afstellingen
uit die in deze handleiding beschreven
zijn. Volg de onderhoudsinstructies van
de handleiding nauwkeurig op.
Gebruik de trainer uitsluitend voor het
•
doel waarvoor deze is gemaakt en zoals
hierna beschreven wordt.
Zorg ervoor dat de monitor niet
•
met water in aanraking komt. Veeg
de monitor altijd af met een zachte en
absorberende doek als er zweetdruppels
op gevallen zijn. Reinig de monitor niet
met oplosmiddelen.
N L
•
R 3 0
2 5