6. Gebruik in explosiegevaarlijk gebied
6.1 Potentiaalvereffening en aarding
Voordat een pomp in bedrijf wordt genomen, moet men
beslist het potentiaal verschil in het pomp systeem, van
het lege vat naar het volle vat, vereffenen.
Gelijke potentiaal tussen de pomp en het te legen vat
bereikt men door aanklemmen van de potentiaal-
vereffeningskabel (art.nr. 0204-994). Om de geleiding
te verbeteren moet verf en vuil bij de klem verwijderd
worden.
Ook moet een geleidende verbinding tussen het te legen
vat en het te vullen vat gemaakt worden. Dit kan d.m.v.
de pot.vereffeningskabel of door een geleidende
ondergrond (bijv. een metalen rooster). Indien men de
potentiaal-vereffeningskabel gebruikt tussen de twee
vaten, dan moet deze kabel met de aardpotentiaal
verbonden worden. Indien een rooster als geleidende
ondergrond gebruikt wordt, dan moet een goed geleid-
ende overgang met het vat gemaakt worden.
Verklaring:
À Potentiaal-vereffeningskabel, Â geleidende slang,
à geleidene klemschaalkoppeling, Ä pompwerk voor
zone 0, Å explosiebeveiligde persluchtmotor voor
zone1, Æ tappistool, Ç luchtverzorgingseenheid,
È aardpotentiaal
6.2 Voorschriften voor explosiebescherming
Voor
elektrische
bedrijfsmiddelen
explosiegevaarlijke gebieden een aantal voorschriften te
worden opgevolgd. De volgende lijst geeft een overzicht
van de essentiële voorschriften.
Binnen de Europese gemeenschap gelden:
- Richtlijn 1999/92/EG over minimumvoorschriften ter
verbetering van de gezondheid en veiligheid van
diegene welke door explosiegevaarlijke omgevingen
gevaar loopt.
- EN 50014
Elektrische bedrijfsmiddelen voor
explosiegevaarlijke toepassingen - Algemene
voorschriften
- EN 60079-14 (IEC 60079-14)
Elektrische bedrijfsmiddelen in
gasexplosiegevaarlijke toepassingen - deel 14:
Elektrische installaties in explosiegevaarlijk gebied
- EN 60079-10 (IEC 60079-10)
Elektrische bedrijfsmiddelen in
gasexplosiegevaarlijke toepassingen - deel 10:
Indeling van explosiegevaarlijke gebieden
- DIN EN 1127-1
Explosiegevaarlijke omgevingen -
Explosiebeveiliging - deel 1: Basisgegevens en
methodiek
- Richtlijn 67/548/EEC (substantiële richtlijn)
Voorts kunnen aanvullend nationale voorschriften en
richtlijnen gelden.
NL
dienen
in
7