Het bedieningspaneel gebruiken
• De toetsen reageren op aanrakingen. Het is dus niet nodig om enige druk uit te oefenen.
• Gebruik de bal van uw vinger en niet de top.
• U hoort een pieptoon telkens een aanraking wordt geregistreerd.
• Zorg dat de toetsen altijd schoon en droog zijn en niet door een
voorwerp
(bijv. een keukengerei of doek) worden afgedekt.
Aan de slag met koken
Doe het voedsel in een pan en zet deze neer
op het midden van de cirkelvorm op de kookplaat.
OPMERKINGEN:
• Gebruik altijd een deksel tijdens het koken.
• Zet n ooit le eg k ookgerei o p h et a pparaat terwijl het is ingeschakeld.
• Zorg ervoor dat de bodem van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en droog zijn.
1. Raak
aan.
U hoort een geluidssignaal en alle schermen geven "―" of "―― " weer om aan
te geven dat de inductiekookplaat in stand-by staat.
De keramische kookplaat schakelt automatisch uit als u binnen de minuut geen
warmte-instelling kiest.
2. Tik op de gewenste kookzone-keuzetoets.
Het getal naast de toets knippert.
3. Terwijl "0" knippert, selecteer de gewenste warmtestand (tussen 1 en 9).
Om een warmtestand te selecteren, schuif met uw vinger over de kiezer.
U kunt het vermogenniveau op elk moment tijdens het koken aanpassen.
HOGER VERMOGEN
Richtlijnen over de warmtestanden
Onderstaande warmtestanden dienen alleen ter referentie. De exacte instelling is afhankelijk van
verschillende factoren, zoals uw gebruikte kookgerei en de hoeveelheid te koken levensmiddelen.
Experimenteer met de kookplaat om de meest gepaste instellingen te vinden.
Warmtestand
Geschikt voor
Opwarmen van kleine hoeveelheden
1 ~ 2
levensmiddelen
LAGER VERMOGEN
NL-14