Publicité
4.5.
Gebruik van de functies
De functies uit onderstaande tabel kunnen met zowel het bedieningspaneel als met de afstandsbediening worden geselecteerd.
KNOP
BESCHRIJVING
Druk meerdere keren op de functieknop om de gewenste functie te selecteren.
De functie-indicator van de gekozen functie licht op:
• Slimme-functie-indicator
• Koelfunctie-indicator
• Ontvochtigingsfunctie-indicator
• Ventilatorfunctie-indicator
Koelfunctie
De koelfunctie koelt en ontvochtigt de ruimte.
1.
Stel de gewenste temperatuur in tussen 15°C en 31°C met de plus en
minknoppen.
2.
Selecteer de gewenste ventilatorsnelheid met de ventilatorsnelheid-knop.
3
OPMERKING
Het is aanbevolen om de ingestelde temperatuur niet lager dan de buitentemperatuur in
te stellen.
Ventilatorfunctie
De ventilatorfunctie ventileert de ruimte. Het luchtafvoerkanaal hoeft voor deze functie
niet aangesloten te zijn.
Selecteer de gewenste ventilatorsnelheid met de ventilatorsnelheid-knop.
Ontvochtigingsfunctie
De ontvochtigingsfunctie ontvochtigt de ruimte. De ventilatorsnelheid en temperatuur
kunnen in deze functie niet worden aangepast.
Slimme functie
De slimme functie schakelt tussen de koelfunctie en ventilatorfunctie. De
ventilatorsnelheid en temperatuur kunnen niet worden aangepast in deze functie.
• De ventilatorfunctie wordt ingeschakeld wanneer de kamertemperatuur onder de
24°C is.
• De koelfunctie wordt ingeschakeld wanneer de kamertemperatuur boven de 24°C
is.
Druk op de plus- of minknop om de temperatuur of timertijd in te stellen.
Houd de plus- en minknop 3 seconden ingedrukt om de temperatuureenheid aan te
passen.
Druk meerdere keren op de ventilatorsnelheid-knop om de gewenste ventilatorsnelheid
te selecteren.
De ventilatorfunctie-indicator van de gekozen ventilatorsnelheid licht op.
U kunt de timerfunctie op twee manieren gebruiken: om het apparaat in te schakelen of
uit te schakelen na verloop van tijd.
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Selecteer de gewenste functie met de functieknop.
3.
Selecteer de gewenste temperatuur en ventilatorsnelheid.
4.
Alleen voor het instellen van de timer om het apparaat in te schakelen: Druk op de
aan-/uitknop om het apparaat uit te schakelen.
5.
Druk op de timerknop om de timer in te stellen. De timer indicator en het aantal
uren op het LCD-scherm knipperen.
6.
Druk op de plus- en minknop om de tijd in te stellen. Het LCD-scherm weergeeft de
tijd in uren.
Wacht 5 seconden. De timer-indicator stopt met knipperen en licht op. De timer is nu
geactiveerd.
3
OPMERKING
Druk op de timerknop of op de aan-/uitknop om de timer te annuleren.
17
Publicité
