STORINGEN EN
OPLOSSINGEN
Wanneer er zich een werkingsstoring voor-
doet, verschijnt er op het display een alarm
en wordt de blauw verlichte balk rood.
Hierna vermelden we de beschrijvingen
van de storingen met bijhorend alarm en
de oplossing:
– AL 01
Vraag de interventie aan van gekwalifi-
84
ceerd technisch personeel.
– AL 02 (Afb. 27/a)
Als de druk gemeten door de transductor
lager is dan 0,5 bar (49 kPa) stopt de ke-
tel en verschijnt op het display de storing
AL 02. Vul de ketel wanneer de installa-
tie koud is, de ketel op stand-by staat en
de installatiepomp uitgeschakeld is en
gebruik daarvoor de vulkraan die aange-
bracht moet zijn op de retourleiding van
de installatie in de versies MISTRAL HE
B
A
C
OPGEPAST: Het vullen van het systeem moet koud gebeuren, met
de ketel in stand-by en de installatiepomp uit.
Alleen in deze omstandigheden zal de waterdruktransductor
nauwkeurig de druk van de installatie signaleren.
32 ErP. In de versies MISTRAL HE 32/50
- 32/110 BE moeten daarentegen kra-
nen (A-B) geopend worden en moet de
vulling plaatsvinden tot de druk die door
de transductor aangeduid wordt tussen
1 en 1,5 bar (98 en 147 kPa) ligt. Is het
vullen klaar sluit dan de kranen (A-B).
Wanneer men meermaals de procedure
om het systeem te vullen moet herha-
len, is het aanbevolen om de effectieve
dichting van de verwarmingsinstallatie
C
Afb. 27/a