13. Draad wisselen
Met de onderstaande werkwijze is het heel eenvoudig om van draad te
wisselen. Het is hierbij niet nodig de draad helemaal opnieuw in te rijgen:
Snijd of knip het garen boven de spindel af en knoop de uiteinden van
de oude en de nieuwe draad met een zeemansknoop aan elkaar, zoals
in de afbeelding.
Zet de naaivoet (17) omhoog.
Zet de naaldstang in de laagst mogelijke stand door het handwiel (38)
naar u toe te draaien. Trek voorzichtig aan het uiteinde van de draad tot
de verbindingsknoop het oog van de naald en de grijperogen is gepas-
seerd.
14. Handgreep
Met de handgreep (6) aan de bovenkant van het apparaat kunt u de ma-
chine gemakkelijk transporteren.
15. De steeklengte instellen
Draai aan de steeklengteregelaar (40) totdat de gewenste lengte wordt
aangegeven. Hoe hoger het getal, hoe langer de steek.
De steeklengte kan worden ingesteld van 1 tot 5 mm.
Bijna alle overlock-werkzaamheden worden uitgevoerd met een steekleng-
te van 2,5 tot 3,5 mm.
15.1. De steeklengte instellen
Steken
Normale naden
Smalle zomen
Open zomen
Kantwerk
Steeklengte
2,0 - 4,5 mm
(standaardinstelling: 3,0 mm)
1,0 - 2,0 mm
1,0 - 2,0 mm
3,0 - 4,0 mm
DE
FR
NL
ES
IT
EN
115