Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Deze zijde van de doorslijpschijf 6 wijst naar bui-
ten, ongeacht de etikettering (zijde met metalen ring
rond het gat). Maar wanneer op de doorslijpschijf
6 de draairichting is aangegeven, let dan op de
overeenstemming met de draairichting die op het
apparaat is aangegeven.
De kant van de klemflens 5 met de uitsparing is
altijd naar de doorslijpschijf 6 gericht.
Vergrendel de spil 8 met de meegeleverde
steeksleutel 9 .
Draai de spanschroef 4 vast met de inbussleutel
7 . Draai de spanschroef 4 daarbij rechtsom.
4.4 Instellen van de luchtstroom
Het luchtdebiet kan worden aangepast met de
luchtstroomregelaar
is in de fabriek optimaal ingesteld.
10
Als u de luchtstroom toch wilt wijzigen, gaat u als volgt
te werk:
Draai de luchtstroomregelaar
toerental of zonder gemonteerde accessoires ca.
30-40° met de klok mee of tegen de klok in
.
. De luchtstroomregelaar
10
bij stationair
10
5. Inbedrijfstelling
LET OP
Controleer voor de eerste inbedrijfstelling of de
spanschroef 4 goed vastzit.
5.1 Inschakelen
Druk eerst op de inschakelblokkering 1 met uw
duim naar voren en dan op de trekker 2 om het
apparaat in te schakelen.
LET OP!
Ga bij het doorslijpen als volgt te werk:
5.2 Uitschakelen
Laat de trekker 2 los.
Koppel het apparaat na het verrichten van uw
werk altijd los van de persluchtbron.
NL/BE
51
Publicité
