Parkside PDTS 6.3 C4 Traduction Des Instructions D'origine page 48

Niet toegestaan voor zijwaarts slijpen
Niet gebruiken indien beschadigd
Gebruiken voor de bewerking van metaal
3.2 Keuze van doorslijpschijven
De informatie op het etiket of de doorslijpschijf, alsmede gebruiksbeperkingen, veiligheidsinstructies of
overige aanwijzingen moeten in acht worden genomen.
3.3 Behandeling en opslag
Slijpwerktuigen moeten voorzichtig behandeld en vervoerd worden.
Slijpwerktuigen moeten zo worden opgeslagen dat ze niet aan mechanische beschadigingen of schade-
lijke omgevingsinvloeden zijn blootgesteld (b. v.: vocht).
3.4 Bijzondere veiligheidsinstructies voor doorslijpen
Gebruik uitsluitend de voor uw pneumatisch werktuig toegelaten slijpelementen en de voor deze slijpe-
lementen voorziene beschermkap. Slijpelementen die niet voor het pneumatisch werktuig voorzien zijn
kunnen niet voldoende afgeschermd worden en zijn onveilig.
Gekartelde slijpschijven moeten zo gemonteerd worden dat hun slijpoppervlak niet boven het vlak van
de rand van de beschermkap uitsteekt. Een ondeskundig gemonteerde slijpschijf, die boven de rand van
de beschermkap uitsteekt kan niet voldoende worden afgeschermd.
De beschermkap moet veilig op het pneumatisch werktuig zijn aangebracht en voor een maximale vei-
ligheid zo zijn ingesteld dat een zo klein mogelijk deel van de slijpschijf naar de bediener wijst. De
beschermkap moet de bediener tegen brokstukken en toevallig contact met het slijpelement beschermen.
Slijpelementen mogen alleen voor de aanbevolen toepassingen gebruikt worden. Bijvoorbeeld:
Slijp nooit met de zijkant van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn ontworpen om materiaal te verwij-
deren met de rand van de schijf. Zijdelingse kracht op deze slijpelementen kan ze breken.
Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen met de juiste afmetingen en vorm voor de door u gekozen
slijpschijf. Geschikte flenzen ondersteunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich van flenzen voor andere slijpschijven onderscheiden.
Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere pneumatische werktuigen. Slijpschijven voor grotere
pneumatische werktuigen zijn niet voor de hogere toerentallen van kleinere pneumatische werktuigen
ontworpen en kunnen breken.
48 NL/BE