PLAYTIVE 435256 2304 Notice D'utilisation page 85

11. Na het trampolinespringen.
WAARSCHUWING!
Verlaat de trampoline niet met een sprong.
Al als er een paar minuten op de trampoline is gesprongen, kunnen de eerste stappen op vaste grond vreemd
aanvoelen. Houd er rekening mee dat uw zenuwen weer moeten wennen aan de zwaartekracht. Voer onmiddel-
lijk na het trampolinespringen enkele minuten lang geen enkele beweging uit waarbij u op harde grond springt of
landt.
12.1.1 Waarom trampolinespringen?
• Trampolinespringen is een lichamelijke activiteit waarbij volgens vloeiende, organische krachtcurves de spieren,
pezen, botten en zenuwen op speelse wijze en gewrichtssparend worden getraind.
• Onze neuromotoriek, dat is het geheel aan zenuwcellen dat al onze bewegingen stuurt, wordt op de trampoline
aan andere prikkels blootgesteld dan buiten de trampoline op vaste grond. Onze hersenen passen zich heel
intuïtief aan de verende krachten op de trampoline aan. Hetzelfde gebeurt ook nadat we de trampoline weer
verlaten en op een harde, niet-verende grond bewegingen moeten uitvoeren. Beide wijzen van aanpassing zijn
uitdrukking van ons neuromotorische leervermogen. Dit speelt een belangrijke rol in de training en opbouw van
onze coördinatieve vaardigheden, wat met name in de leeftijd van 8 tot en met 12 jaar moet worden gestimu-
leerd.
• Op het moment dat we aan wisselende krachten worden blootgesteld en deze leren te controleren, ontwikkelen
we het vermogen om op onvoorziene veranderingen te anticiperen. Dit noemen wij "veerkracht". Hoe ontwik-
kelder onze veerkracht is, hoe effectiever valongevallen worden voorkomen, omdat vallen in de meeste gevallen
het gevolg zijn van het onvermogen om onverwachte krachten te controleren.
• Bij bepaalde ziekten zoals osteoporose of gevorderde reumatoïde artritis kan trampolinespringen gevaarlijk en
daarmee verboden zijn. Afhankelijk van de botdichtheid kan trampolinespringen bevorderlijk of juist riskant voor
u worden. Raadpleeg daarom in geval van een aandoening uw arts of orthopeed, voordat u de trampoline
gebruikt.
12.1.2 Wat kenmerkt een goede trampoline?
• Stabiliteit! Een goede trampoline moet stevig staan.
• Het artikel heeft een extra brede pootconstructie voor een zeer stevige stand.
• Langere veren garanderen een zachtere landing en een langere versnellingsweg. Dat spaart de gewrichten en
biedt een groter gevoel van veiligheid.
• Het veiligheidsnet moet robuust en stabiel in de ringen bevestigd zijn. Het artikel is voorzien van een veiligheids-
net dat in twee ringen is gespannen, waarmee een naar binnen gebogen netgeleiding wordt gewaarborgd.
Door de naar binnen gebogen netgeleiding wordt de gebruiker meer naar het midden van de springmat geleid.
Dit gebeurt in eerste instantie puur optisch als de gebruiker intuïtief al een bepaalde afstand tot het naar binnen
gebogen net houdt. In geval van een ongecontroleerde sprong naar de rand van het springvlak zorgt de naar
binnen gebogen netgeleiding ervoor dat de gebruiker eerder wordt opgevangen.
• Ten behoeve van een betere oriëntatie moet het midden van de springmat van een soort markering zijn voor-
zien, om met name beginners een goed speeloppervlak te bieden.
NL/BE 85