Onderhoud
7. Verwijder de vier schroeven (7) waarmee de
tussenwielsteun (8) is bevestigd (zie Figuur 21).
8
8. Om bij de tussenwiel-riemgeleiders (9) te kunnen
komen moet u de tussenwielsteun laten zakken (zie
Figuur 22). De tussenwielsteun kan pas verwijderd
worden wanneer de aandrijfriem van de motor (10)
van de geleiderollen (11) is verwijderd. Verwijder
beide tussenwiel-riemgeleiders (9).
10
7
Figuur 21
11
11
9
Figuur 22
9. Verwijder de tussenwielsteun (12) (zie Figuur 23).
10. Verwijder de twee schroeven (13) rechts van de
steun van de variatoreenheid (5) (zie Figuur 24).
Draai de twee schroeven (14) links van de steun
van de variatoreenheid (5) los.
13
5
26
nl
12
Figuur 23
14
Figuur 24