Monteren
Onderhoudsvrije accu
BELANGRIJK: Controleer eerst de accudatum
voordat u de accukabels op de accu aansluit. Aan de
datum op de accu kunt u aflezen of de accu moet
worden opgeladen.
1. Kijk op de bovenkant van de accu (1) voor de plaats
van de accudatum (zie Figuur 6).
2. Als de accu in gebruik genomen wordt voordat de
accukabels kunnen worden aangesloten terwijl de
accu niet is opgeladen, zie "De accukabels
aansluiten."
3. Als de accu in gebruik wordt genomen nadat de accu
moet worden opgeladen, zie "De accu opladen."
7
8
6
De accu opladen
WAARSCHUWING
Rook niet wanneer u de accu oplaadt. Houd de
accu uit de buurt van vonken. De door het
accuzuur geproduceerde dampen kunnen een
explosie veroorzaken.
1. Verwijder de accu (1) en de accuhouder (3) (zie
Figuur 6).
2. Verwijder de beschermkapjes van de accuklemmen.
3. Gebruik een 12V acculader om de accu op te laden.
Laad bij een snelheid van 6 ampère gedurende één
uur. Beschikt u zelf niet over een acculader, laat de
accu dan opladen bij een erkend servicecentrum.
4. Installeer de accu en de accuhouder. De positieve (+)
accuklem (4) moet aan de linkerkant zitten.
4
2
5
1
3
Figuur 6
De accukabels aansluiten
WAARSCHUWING
Sluit - om vonkvorming te voorkomen - eerst de
rode kabel op de positieve (+) klem aan voordat u
de zwarte kabel aansluit.
1. Verwijder de beschermkapjes van de accuklemmen
(zie Figuur 6).
2. Schuif het klembeschermkapje (2) op de rode kabel
(5). Sluit de rode kabel aan op de positieve (+) klem
(4) met de bout en vleugelmoer (6) en (7).
3. Sluit de zwarte kabel (8) aan op de negatieve (-) klem
met de bout en vleugelmoer (6) en (7).
De motor gereedmaken
OPMERKING: De motor is vlak vóór verzending in de
fabriek met olie gevuld. Controleer het oliepeil. Vul
voor zover nodig olie bij.
Zie de voorschriften van de motorenfabrikant m.b.t. de te
gebruiken soort benzine en olie. Lees eerst de informatie
over veiligheid, bediening, onderhoud en opslag voordat
u met de machine gaat werken.
WAARSCHUWING
Volg de voorschriften van de motorenfabrikant op
m.b.t. de te gebruiken soort benzine en olie.
Gebruik altijd een veiligheidsjerrycan. Rook niet
tijdens het vullen van de benzinetank. Vul geen
benzine bij in een besloten ruimte. Zet de motor af
voordat u benzine bijvult. Laat de motor eerst
enkele minuten afkoelen.
OPMERKING: Het werkelijke continue vermogen zal
waarschijnlijk lager liggen vanwege beperkingen
tijdens het gebruik en door omgevingsfactoren.
Controleren of het maaidek vlak staat
Controleer of het maainiveau nog juist is. Maai eerst een
klein stukje en bekijk vervolgens het net gemaaide
oppervlak. Als het maaidek niet egaal maait, zie dan "Het
maaidek horizontaal stellen" in de sectie Onderhoud van
deze handleiding.
12
nl