WAARSCHUWING
RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOK!
Risico dat het chassis onder spanning staat.
Sluit de oplader altijd aan op een stopcontact met
veiligheidsaarde.
1. De acculader is ontworpen en geschikt voor
verschillende netspanningswaarden.
Controleer dat de elektrische voeding op de
plaats van de installatie overeenkomt met de
spanning die vermeld is op het informatielabel
op de oplader. Het label bevindt zich aan de
zijkant van de oplader. De oplader is normaal
gesproken uitgerust met een vaste
voedingskabel met connector.
2. Controleer de polariteit van de connector en
de accukabel voordat u de lader aan de accu
koppelt. De oplader wordt normaal gesproken
geleverd met een accukabel met de volgende
polariteit:
Positief (+) = rood
•
Negatief (–) = blauw of zwart
•
3. Sluit de accukabels aan op de accu.
4. Koppel de lader aan het BMS.
5. Controleer de instellingen voor het BMS en
het oplaadproces. Zie Veiligheidsmaatregelen,
Voordat u het opladen begint.
Werking
Gebruikersinterface -
Configuratiescherm
Zie Afb.1, bedieningspaneel
1. Netspanningslampje (Blauw)
2. Oplaadlampje (LED-indicatie)
3. Pauze (stoppen / hervatten met opladen)
4. OK / Selecteren
5. Menunavigatie
6. Display
Opladen
WAARSCHUWING
RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOK!
Gebruik de acculader niet als deze beschadigd is.
Haal het apparaat onmiddellijk van de
netspanning af.
Raak geen beschadigde onderdelen, niet-
geïsoleerde accupolen, connectoren of andere
onder spanning staande elektrische onderdelen
aan.
Neem contact op met het servicepersoneel.
Aansluiten en beginnen met opladen
1. Controleer de kabels en connectors op
zichtbare beschadigingen.
2. Sluit het netsnoer aan. De
netspanningsindicator licht blauw op wanneer
de netspanning aangesloten is.
3. Sluit de oplader aan op de accu.
•
De BMS regelt het oplaadproces. Als er
een oplaadcurve wordt gebruikt, start het
oplaadproces automatisch.
•
De oplaadstatus wordt op het
bedieningspaneel getoond via de
oplaadlampjes (LED-indicatie).
Groene leds geven aan dat de accu
•
volledig is opgeladen. De accu-oplader
gaat verder met onderhoudsladen.
De accu kan continue aangesloten zijn op
•
de accu-oplader wanneer deze niet
gebruik is.
Voor een gedetailleerde beschrijving, zie de
sectie LED-indicatie.
Stop met opladen en koppel het
apparaat los
VOORZICHTIG
RISICO OP MATERIËLE SCHADE!
Koppel de accu niet los terwijl het laadproces
bezig is. Er kan een boogontlading optreden, die
de connectorpennen kan beschadigen. Stop altijd
eerst het laadproces voordat de accu wordt
losgekoppeld.
NEDERLANDS
153