het display na ong 5 sec. terug naar de normale weergave.
- Bij de aanduiding 'KEYLOCK ON?' wordt de toetsenvergrendeling geac-
tiveerd;
- Bij de aanduiding 'KEYLOCK OFF?' wordt de toetsenvergrendeling gede-
activeerd.
Het opheffen van de toetsenvergrendeling:
Bij het drukken op een toets verschijnt in het display de aanduiding
'UNLOCK? Press these keys' Als aanwijzing dat de toetsen vergrendeld zijn
verschijnt het symbool
. Om de toetsen te ontgrendelen moet u de bei-
de middelste toetsen ong. 3 seconden ingedrukt houden. Het display schakelt
naar de normale weergave terug als de toetsenvergrendeling is opgeheven.
8. Motorisch gestuurde zoomreflector
Het aanpassen van de zoomstand van de hoofdreflector kan bij objectieven
met een brandpuntsafstand vanaf 24 mm (kleinbeeld 24 x 36 mm) plaatsvin-
den. Voor objectieven met een brandpuntsafstand vanaf 18 mm kan de inge-
bouwde groothoekdiffusor
voor de hoofdreflector
De volgende zoomstanden staan ter beschikking:
24 mm – 28 mm – 35 mm – 50 mm – 70 mm – 85 mm en 105 mm.
((om)gerekend naar kleinbeeldformaat 24 x 36 mm)
Bij gebruik van de groothoekdiffusor
automatisch in de stand 24 mm gestuurd! In het display wordt, van-
wege de groothoekdiffusor, 18 mm aangegeven (zie 9).
Automatische aanpassing van de zoomreflector
De automatische aanpassing van de zoomstand van de hoofdreflector
wordt door camera's uit de groepen B, C, D en E ondersteund, als deze van
een CPU-objectief zijn voorzien. Daarbij past de zoomstand zich automa-
tisch aan de brandpuntsafstand van het objectief aan. In het display van de
flitser wordt A-Zoom en de reflectorstand (mm) aangegeven.
78
worden geklapt.
wordt de hoofdreflector
Aanpassing van de zoomreflector met de hand
Als de flitser gebruikt wordt met een camera uit groep A of op een camera
met een objectief zonder CPU, moet de stand van de hoofdreflector
de hand worden ingesteld. In het display wordt daarbij M-Zoom aangege-
ven. Zie voor het instellen 6.3.
Als u een zoomobjectief gebruikt en niet absoluut altijd het volle richt-
getal en de reikwijdte van de flitser nodig heeft, kunt u de stand van
de hoofdreflector op de aanvangsbrandpuntsafstand van het zoom-
objectief laten staan. Daarmee wordt gegarandeerd, dat uw onder-
werp altijd geheel wordt verlicht. U bespaart zich daarmee het voor-
durend moeten aanpassen aan de ingestelde brandpuntsafstand van
het objectief.
Voorbeeld:
U gebruikt een zoomobjectief met een brandpuntsafstand van 35 mm tot
105 mm. In dit voorbeeld stelt u de stand van de zoomreflector in op 35 mm!
Met de hand verstellen van de zoomstand bij A-Zoom
De zoomstand van de hoofdreflector
camera die de gegevens doorgeeft, veranderd worden, bijv. om bepaalde
verlichtingseffecten te verkrijgen (bijv. hot-spot enz.).
Zie ook 6.3
Na het opslaan wordt „M-Zoom" in het display aangegeven.
Terugzetten naar de A-Zoom functie
• Tip de ontspanknop op de camera even aan, zodat er een uitwisseling van
gegevens tussen camera eb flitser plaats kan vinden.
• De zoomstand zo vaak veranderen, dat in het display „A-Zoom" aangege-
ven wordt.
met
kan ook bij het gebruik op een