optische statusaanduidingen!
De Beep-functie geeft akoestisch het bereiken van de flitsparaatheid, de cor-
recte belichting of een fout in de bediening aan.
Akoestische melding na het inschakelen van de flitser:
• Een kort (ong. 2 s.) ononderbroken piepje na het inschakelen geeft de flit-
sparaatheid aan.
Beep-signalen na de opname:
• Een kort (ong. 2 s.) ononderbroken piepje, direct na de opname geeft aan
dat de opname correct werd belicht en de flitser nog steeds paraat is. Als
er onmiddellijk na de opname geen piepje opklinkt, dan is de opname
onderbelicht.
• Een intermitterend (— — —) piepje direct na de opname is het signaal
voor een correct belichte opname terwijl de flitser echter pas na een vol-
gende continue (ong. 2 s.) piep weer paraat is.
Beep-signalen bij de instellingen in de automatisch-flitsenfunctie:
• Een korte piep als alarm treedt op, wanneer bij de automatisch-flitsenfunc-
tie de diafragma- en ISO-instellingen tot het overschrijden van het regelbe-
reik van het flitslicht zou leiden. Het automatiekdiafragma wordt dan auto-
matisch in de dichtstbij liggende, toelaatbare waarde veranderd.
Bij ingeschakeld Beep-functie wordt in het display ook het symbool
aangegeven.
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets 'SEL', dat in het display 'Select' aangegeven
wordt.
• Selecteer met de toetsen UP
en DOWN
item wordt tegen een donker balkje getoond.
• Druk op de toets 'Set' waarmee u uw keuze bevestigt.
• Met de toetsen UP
en DOWN
instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk zo vaak op de toets 'Return'
74
het item 'BEEP'. Het gekozen
de gewenste instelling uitvoeren. De
, dat het display naar de normale
weergave terugschakelt. Als u niet op de toets 'Return'
het display na ong. 5 sec. naar de normale weergave terug.
7.3 Flitsbelichtingstrapje (FB)
In de flitsfuncties TTL en automatisch-flitsen A kan een flitsbelichtingstrapje
(Flash Bracketing FB) worden uitgevoerd. Een flitsbelichtingstrapje bestaat uit
drie opeenvolgende flitsopnamen met elk een verschillende correctiewaarde.
Bij het instellen van een flitsbelichtingstrapje worden in het display FB en de
correctiewaarde aangegeven. De correctiewaarden reiken van 1/3 tot 3 in
derden van een diafragmawaarde.
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets 'SEL', dat in het display "Select' wordt aangege-
ven.
• Kies met behulp van de toetsen UP
lecteerde item wordt tegen een donker balkje aangegeven.
• Druk op de toets 'Set' waarmee u uw keuze bevestigt.
• Met de toetsen UP
en DOWN
instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk zo vaak op de toets 'Return'
weergave terugschakelt. Als u niet op de toets 'Return'
het display na ong. 5 sec. naar de normale weergave terug.
Als 'FB 0' aangegeven wordt is het flitsbelichtingstrapje gedeactiveerd.
• De eerste opname wordt zonder correctie uitgevoerd. In het display ver-
schijnt bovendien 'FB 1'.
• De tweede opname volgt met een minus-correctie . In het display wordt
bovendien 'FB 2' aangegeven en daarbij tevens de minus-correctiewaarde
(EV).
• De derde opname wordt met een plus-correctie uitgevoerd. In het display
wordt bovendien 'FB 3' aangegeven en daarbij tevens de plus-correctie-
waarde (EV).
• Na de derde opname wordt de functie flitsbelichtingstrapje automatisch
drukt, schakelt
en DOWN
het item 'FB'. Het gese-
de gewenste instelling uitvoeren. De
, dat het display naar de normale
drukt, schakelt