Als de conditie met tekort aan water na de 4 tests blijft bestaan, geeft de ESC plus een alarm door middel van de afkorting UL en blijft hij
geblokkeerd totdat hij handmatig wordt gereset (zie 3.2.13).
In de eenfasige uitvoering moet een condensator worden ingebouwd en aangesloten die een geschikte capaciteit heeft voor de belasting
van de motor/pomp.
Het systeem kan worden verbonden met externe automatische inrichtingen zoals pressostaten, vlotters, alarmsignalen, tijdprogrammeurs,
computer enz., via een potentiaalvrij (spanningsvrij) rustcontact (NC), dat verbonden is met de SW-klemmen op het hoofdklemmenbord.
3.1.1 LET OP!: als deze mogelijkheid niet wordt benut, laat dan de kortsluitingsbrug (2) tussen de twee SW-klemmen.
3.2
TOESTANDEN:
ESC plus signaleert de bedrijfstoestand van het systeem door de volgende situaties weer te geven via het display:
Kalibratie en normale werking.
3.2.1
Zelfdiagnose bij de start (aanduiding van de netfrequentie).
3.2.2
Aanduiding van de automatische kalibratie (weergave van de afkorting AT).
3.2.3
Aanduiding van de leerfase (weergave van de afkorting CL).
3.2.4
Aanduiding van de handmatige kalibratie (weergave van de afkorting MA).
3.2.5
Aanduiding van de instelling van de stroomwaarde (weergave van de afkorting AA).
3.2.6
Aanduiding van de instelling van de vermogensfactor (weergave van de afkorting CP).
3.2.7
Normale werking (aanduiding van de opgenomen stroom).
Foutcondities.
3.2.8
Situatie met droog bedrijf/lage belasting (weergave van de knipperende afkorting SB).
3.2.9
Afwachting niveauherstel (weergave van de knipperende afkorting SB, belasting uitgeschakeld).
3.2.10
Definitief watertekort (weergave van de knipperende afkorting UL, belasting uitgeschakeld).
3.2.11
Overbelasting (knipperende weergave van de opgenomen stroom).
3.2.12
Overbelastingalarm (weergave van de knipperende afkorting OL, belasting uitgeschakeld).
Nadat eventuele storingen zijn verholpen, kan de werking van de ESC plus worden hersteld (handmatige reset)
3.2.13
door de hoofdschakelaar (1) te sluiten en weer te openen.
4
VERPLAATSING EN OPSLAG:
Bij de aflevering van het paneel moet worden nagegaan of hij geen schade heeft opgelopen tijdens het transport, en of hij in de
oorspronkelijke verpakking zit zonder sporen van water of vocht.
Het apparaat moet worden opgeslagen op een droge, beluchte plaats.
5
INSTALLATIE:
Controleer of de nominale gegevens (vermogen/grootte en spanning) de gewenste gegevens zijn en of ze compatibel zijn met
de belasting/motor die de ESC plus gaat controleren.
Installeer bovenstrooms van de ESC plus een geschikte scheidingsschakelaar die, door opening/visuele afscheiding
ervan van de voedingslijn te verzekeren, waarborgt dat de gebruiker in veilige toestand op het paneel kan werken.
De ESC plus moet zo mogelijk in de schaduw worden geplaatst, zo dicht mogelijk bij de motor en in verticale positie, terwijl de
kabelklem aan de onderkant moet zitten.
De bescherming die geboden wordt door de behuizing is IP44, maar dit geldt alleen als hij correct gemonteerd is.
Controleer of de ingangsspanning in de ESC Plus coherent is met het gegeven op de typeplaat van het paneel.
NEDERLANDS
26