NL
BESCHRIJVING BEDIENINGSORGANEN OP PANEEL VOORKANT
3.0
BESCHRIJVING BEDIENINGSORGANEN OP
PANEEL VOORKANT
3.1
PANEEL VOORKANT
VERSIE S
Figuur 1.
13
11
10
13
14
11
VERSIE C
Figuur 2.
1
5
6
7
8
9
4.0
BESCHRIJVING BEDIENINGSORGANEN OP
DRAADMEENEEM-UNIT.
Figuur 3.
1
14
5
12
6
9
7
15
12
1 - Keuzeschakelaar lassysteem:
10
Door in stand
wordt er met lassen gestart, door hem los te laten wordt er ge-
9
stopt.
Door in stand
komt er gas vrij, door hem los te laten begint de draad te lopen en
is er stroom; door de knop nogmaals in te drukken worden draad-
en stroomtoevoer onderbroken en door hem los te laten stopt te-
vens de gastoevoer.
In de stand
drukken van de knop op de lasbrander begint het lassen, hetgeen
automatisch stopt na het verstrijken van de met de potentiometer
van de timer ingestelde tijd.
2 - Controlelampje apparaat Aan
2
3 - Controlelampje apparaat oververhit
3
4 - Potentiometer voor afstellen snelheid lasdraad
4
5 - Potentiometer voor instellen puntlastijd, van 0,3 tot 10 se-
conden (werkt uitsluitend met keuzeschakelaar (Ref. 1 - - Figuur
16
2 Pag. 4.) in stand
15
6 - Potentiometer voor instellen acceleratietijd van motor
draadmeeneem-eenheid.
11
7 - Potentiometer voor instellen van tijd gedurende welke het
lasvermogen, na het stopsignaal, behouden blijft. Dit houdt in
10
dat wanneer de tijd na afloop van het lassen te kort is de lasdraad
blijft vastzitten in het vloeimiddel of té ver uit het contactbuisje van
de lasbrander steekt; is de ingestelde tijd daarentegen te lang,
dan blijft de lasdraad vastplakken op het contactbuisje van de las-
brander, waardoor dit beschadigd kan raken.
4 NL
de knop van de lasbrander in te drukken
de knop van de lasbrander in te drukken
werkt het lasapparaat met timing; bij het in-
2
3
4
16
8