Installatie
OPMERKING
Storing vanwege verkeerd koudemiddel
De buitenunit is gevuld met R32 koudemiddel in de fabriek.
▶ Wanneer koudemiddel moet worden bijgevuld, moet hetzelfde kou-
demiddel worden gebruikt. Meng nooit verschillende typen koude-
middel.
▶ Bereken de hoeveelheid extra koudemiddel conform de tabel
Lengte
Ontluchtings
aansluitleiding (m)
methode
≤ Standaard
Vacuümpomp n.v.t.
leidinglengte
> Standaard
Vacuümpomp Vloeistofzijde: Ø 6,35 (ø
leidinglengte
Tabel 9
3.5.5
Dichtheid controleren en systeem vullen
Dichtheid controleren
Neem de nationale en plaatselijke voorschriften in acht bij het uitvoeren
van de dichtheidstest.
▶ Verwijder de doppen van de drie ventielen ( afb. 20, [1], [2] en
[3]).
▶ Sluit de Schrader-opener [6] en drukmeter [4] aan op het Schrader-
ventiel [1].
▶ Draai de Schrader-opener in en open het Schrader-ventiel [1].
▶ Laat de ventielen [2] en [3] gesloten en vul het systeem met stikstof
tot de druk 10% hoger is dan de maximaal toegestane werkdruk (
pagina 213).
▶ Controleer of de druk 10 minuten later nog steeds hetzelfde is.
▶ Tap het stikstof of tot de maximaal toegestane werkdruk is bereikt.
▶ Controleer of de druk ten minste 1 uur later nog steeds hetzelfde is.
▶ Loos de stikstof.
Vullen van het systeem
OPMERKING
Storing vanwege verkeerd koudemiddel
De buitenunit is gevuld met R32 koudemiddel in de fabriek.
▶ Wanneer koudemiddel moet worden bijgevuld, moet hetzelfde kou-
demiddel worden gebruikt. Meng nooit verschillende typen koude-
middel.
▶ Trek het systeem vacuüm en droog het met behulp van een vacuüm-
pomp ( afb. 20, [5]) tot de druk ongeveer –1 bar is (of circa
500 micron).
▶ Open het ventiel aan de bovenkant [3] (vloeistofzijde).
▶ Gebruik een drukmeter [4] om te controleren of de doorstroming
wordt gehinderd.
▶ Open het ventiel aan de onderkant [2] (gaszijde).
Het koudemiddel wordt in het systeem verdeeld.
▶ Controleer daarna de drukverhoudingen.
▶ Draai de Schrader-opener [6] los en sluit het Schrader-ventiel [1].
▶ Verwijder de vacuümpomp, drukmeter en Schrader-opener.
▶ Bevestig de ventieldoppen weer.
▶ Bevestig de afdekking van de leidingaansluitingen op de buitenunit.
208
Extra koudemiddel
0,25")
R32:
(leidinglengte – standaard
lengte) x 12 g/m
(leidinglengte – standaard
lengte) x 0,13 oZ/m
3.6
Aansluiten elektrisch
3.6.1
Algemene aanwijzingen
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan, kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Onderbreek voor werkzaamheden aan elektrische delen de voe-
dingsspanning over alle polen (zekering, vermogensautomaat) en
beveilig tegen onbedoeld herinschakelen.
▶ Werkzaamheden aan het elektrische systeem mogen alleen door een
erkende elektrotechnicus worden uitgevoerd.
▶ De juiste geleiderdiameter en stroomonderbreker moeten worden
bepaald door een gediplomeerd elektricien. Het maximale stroom-
verbruik uit de technische gegevens ( zie hoofdstuk 8,
pagina 213) is hiervoor bepalend.
▶ Veiligheidsmaatregelen conform de nationale en internationale voor-
schriften aanhouden.
▶ Bij een aanwezig veiligheidsrisico in de netspanning of bij een kort-
sluiting tijdens de installatie de gebruiker schriftelijk informeren en
de toestellen niet installeren tot het probleem is opgelost.
▶ Alle elektrische aansluitingen conform het elektrische aansluitsche-
ma uitvoeren.
▶ Kabelisolatie alleen met speciaal gereedschap knippen.
▶ De kabel stevig bevestigen aan de aanwezige bevestigingsklemmen/
kabeldoorvoeren met geschikte kabelbinders (leveringsomvang).
▶ Geen andere verbruikers op de netaansluiting van het toestel aanslui-
ten.
▶ Fase en PEN-ader niet verwisselen. Dit kan functiestoringen tot ge-
volg hebben.
▶ Bij een vaste netaansluiting een overspanningsbeveiliging en een
scheidingsschakelaar installeren, die is gedimensioneerd voor 1,5
keer het maximale opgenomen vermogen van het toestel.
3.6.2
Binnenunit aansluiten
De binnenunit wordt op de buitenunit aangesloten via een 5-aderige
communicatiekabel van het type H07RN-F of H05RN-F. De aderdiame-
ter van de communicatiekabel moet minimaal 1,5 mm
OPMERKING
Materiële schade door verkeerd aangesloten binnenunit
De binnenunit wordt gevoed via de buitenunit.
▶ Sluit de binnenunit alleen op de buitenunit aan.
Voor het aansluiten van de communicatiekabel:
▶ Open de afdekking ( afb. 21).
▶ Open de afdekking van de aansluitdoos op de zijkant van de unit met
een schroevendraaier en open vervolgens de afdekking van het klem-
menblok ( afb. 22).
▶ Schroef de kabelkouder onder het klemmenblok los en plaats deze
opzij.
▶ Gezien op de achterkant van de unit, verwijder het kunststof paneel
aan de linker onderkant.
▶ Installeer de signaalkabel door deze opening vanaf de achterkant van
de unit naar de voorkant.
▶ Sluit, gezien op de voorkant van de unit, de aders aan conform het
aansluitschema van de binnenunit, sluit de u-stekker aan en schroef
elke ader goed vast in de betreffende klem.
Climate 7000i – 6721873506 (2024/04)
2
zijn.