Binnenunit
▶ Installeer de binnenunit niet in een ruimte met open ontstekingsbron-
nen (bijvoorbeeld: open vuur, een wandhangende gasketel of een
werkend elektrisch verwarmingssysteem) die in werking zijn.
▶ De installatieplaats mag niet hoger liggen dan 2000 m boven zeeni-
veau.
▶ Houd de luchtinlaat en de luchtuitlaat vrij van obstakels zodat de
lucht vrij kan circuleren. Anders kunnen slechte prestaties en een ho-
ger geluidsniveau het resultaat zijn.
▶ Houd TV-, radio- en dergelijke toestellen op minimaal 1 m afstand van
de unit en de afstandsbediening.
▶ Monteer de unit op een muur die trillingen kan absorberen.
▶ Houd rekening met de minimale afmetingen van de ruimte
Binnenunit
Installatiehoogte [m]
CL7000iU W 20 E
CL7000iU W 26 E
CL7000iU W 35 E
CL7000iU W 41 E
CL7000iU W 53 E
Tabel 7 Minimale ruimteoppervlak
Wanneer de installatiehoogte minder wordt, moet het vloeroppervlak
overeenkomstig groter worden.
Buitenunit
▶ De buitenunit mag niet worden blootgesteld aan machineoliedam-
pen, brondampen, zwavelgas enz.
▶ Installeer de buitenunit niet op een locatie waar het wordt blootge-
steld aan zeelucht.
▶ De buitenunit moet altijd vrij worden gehouden van sneeuw.
▶ Er mogen geen storende effecten optreden door de uitlaatlucht of het
bedrijfsgeluid.
▶ Lucht moet vrij kunnen circuleren rondom de buitenunit, maar het
toestel mag niet worden blootgesteld aan krachtige wind.
▶ Condenswater dat tijdens bedrijf wordt gevormd moet gemakkelijk
kunnen weglopen. Installeer een afvoerslang indien nodig. In koude
regio's wordt de installatie van een afvoerslang afgeraden omdat
deze kan bevriezen.
▶ Plaats de buitenunit op een stabiele voet.
3.3
Installatie unit
OPMERKING
Een verkeerde montage kan materiële schade veroorzaken.
Wanneer de unit verkeerd wordt gemonteerd, kan deze van de muur val-
len.
▶ Installeer de unit alleen op een solide vlakke muur. De muur moet vol-
doende draagkracht hebben om het gewicht van de unit te dragen.
▶ Gebruik alleen muurpluggen en schroeven die geschikt zijn voor het
type muur en de unit.
3.3.1
Installeren van de binnenunit
▶ Bepaal de installatieplaats, rekening houdend met de minimale af-
standen ( afb. 4).
▶ Open de doos aan de bovenkant en til de binnenunit eruit ( afb. 8).
▶ Plaats de binnenunit met de vormdelen van de verpakking onderste-
boven ( afb. 9).
▶ Draai de schroef uit en verwijder de montageplaat van de achterkant
van de binnenunit.
▶ Bevestig de montageplaats centraal met de meegeleverde schroeven
en stel deze waterpas ( afb. 10).
Climate 7000i – 6721873506 (2024/04)
Minimale
ruimteoppervlak
2
[m
]
≥ 1,8
≥ 4
▶ Bevestig de montageplaat met nog vier schroeven en pluggen zodat
de montageplaat vlak tegen de muur zit.
▶ Boormuurdoorvoer voor de leidingen ( afb. 11).
Om een goede waterafvoer te waarborgen, boor de uitlaat onder een
kleine aflopende hoek, zodat het buitenste uiteinde van het gat ongeveer
5 mm tot 7 mm lager ligt dan het binnenste uiteinde.
▶ Plaats het beschermende muurmanchet in de uitlaat om de randen
van de uitlaat te beschermen en dicht deze af.
De leidingkoppelingen op de binnenunit bevinden zich over het alge-
meen achter de binnenunit. Wij adviseren deze leidingen te verlengen
voordat de binnenunit wordt gemonteerd.
▶ Voer de leidingaansluiting uit zoals beschreven staat in hoofdstuk
3.5.
▶ Buig de leidingen in de gewenste richting indien nodig en breek een
opening aan de zijkant van de binnenunit uit ( afb. 14).
▶ Na aansluiten van de leidingen, ga verder met de elektrische aanslui-
ting (hoofdstuk 3.6).
▶ Zie hoofdstuk 3.5.3 voor het aansluiten van de afvoerslang.
▶ Installeer langzaam de gewikkelde bundel bestaande uit leiding, af-
voerslang en signaalkabel door het gat in de wand, conform hoofd-
stuk 206.
▶ Bevestig de binnenunit op de montageplaat ( afb. 15).
▶ Druk met gelijkmatige kracht de onderhelft van de unit naar beneden.
Blijf drukken tot de unit vastklikt op de haken op de onderkant van de
montageplaat.
De unit mag niet kunnen bewegen.
▶ Controleer of de unit goed is vastgehaakt door een lichte druk uit te
oefenen op de linker- en rechterzijkant van de unit.
▶ Klap de afdekking naar boven en verwijder één van de twee filterele-
menten ( afb. 16).
▶ Plaats het meegeleverde filter in het filterelement en monteer het fil-
terelement weer.
Wanneer het nodig is om de binnenunit van de montageplaat te nemen:
▶ Trek de onderkant van de behuizing naar beneden in de omgeving
van de twee uitsparingen en trek de binnenunit naar voren
( afb. 17).
3.3.2
Installeren van de binnenunit
▶ Plaats de doos met de voorkant naar boven gericht.
▶ Snij de verpakkingsbanden weg.
▶ Trek de doos naar boven en verwijder de verpakking.
▶ Monteer een vloer- of wandsteun, afhankelijk van het gewenste type
installatie.
▶ Monteer of hang de buitenunit op gebruik makend van de trillings-
demper voor de steun die is meegeleverd met de unit of ter plaatse
geleverd.
Voor de verschillende grootte buitenunits en de afstand tussen de voe-
ten daarvan, zie hoofdstuk 2.3.1.
▶ Bevestig bij het installeren op de vloer- of wandsteun de meegelever-
de afvoerbocht en afdichting op de onderkant van de unit ( afb.
18).
Installatie
205