16 progress
De deur en de glasplaten terugplaatsen
PROBLEMEN OPLOSSEN
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Probleem
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het ovenlampje brandt niet.
Op het display verschijnt 12.00.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de oven.
Als u het probleem niet zelf kunt verhelpen,
neemt u contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De contactgegevens van het servicecen-
trum staan op het typeplaatje. Het typepla-
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
2
1
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden zijn
niet ingesteld.
De zekering in de zekeringkast
is doorgebrand.
Het ovenlampje is kapot.
Er is een stroomstoring ge-
weest.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
7. Til de glasplaat voorzichtig op (stap 1)
en verwijder het glazen paneel (stap 2).
8. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Na het schoonmaken van de glasplaat en
ovendeur plaatst u ze terug. Voer boven-
staande stappen uit in de omgekeerde
volgorde.
De bedrukte zijde moet naar de binnenkant
van de deur gericht zijn. Zorg ervoor dat
het oppervlak van de glasplaat op de be-
drukte zijde na de installatie niet ruw aan-
voelt.
Zorg dat u de interne glasplaat in de zittin-
gen plaatst. Raadpleeg de illustratie.
Schakel het apparaat in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
Controleer de zekering. Als de
zekering meer dan een keer
doorslaat, raadpleegt u een be-
voegde elektricien.
Vervang het ovenlampje.
Stel de klok in.
Laat gerechten na het bereiden
niet langer dan 15-20 minuten
in de oven staan.
tje bevindt zich voor aan de binnenkant van
het apparaat.
Oplossing