④ Als het apparaat naar de laadtoestand overgaat, druk dan op de zelfreini-
gingstoets op de greep om de zelfreiniging te starten.
⑤ Na de reiniging gaat het apparaat over naar de laadtoestand.
1. Na gebruik van de zelfreinigende functie moet vuilwatertank opnieuw
worden geleegd.
2. Als zich vuilresten op het laadstation bevinden, moeten deze vóór de
zelfreiniging worden verwijderd.
2. Instandhouding
① De buitenkant van het apparaat regelmatig met een zachte, vochtige doek
reinigen. Daarvoor geen schuursponsje en geen scherp reinigingsmiddel
gebruiken omdat hierdoor krassen op het oppervlak kunnen ontstaan.
② Om gevaren te vermijden, mag u de steelbehuizing nooit in het water of een
andere vloeistof dompelen of onder stromend water afspoelen.
③ Controleer de reinigingsrol regelmatig.
④ De netvoedingsadapter regelmatig controleren en ervoor zorgen dat de netka-
bel onbeschadigd is en veilig kan worden gebruikt.
3. Schoonwatertank reinigen
Wij adviseren u dringend om de schoonwatertank voor het opslaan van het appa-
raat te legen.
Informatie over het verwijderen en plaatsen van het verswaterreservoir vindt u
in sectie "Inbedrijfstelling/3. Schoonwatertank vullen". De verwijderde schoon-
watertank en het losgemaakte deksel kunnen onder stromend water worden
afgespoeld.
1. Laat de onderdelen vervolgens zorgvuldig drogen.
2. Zorg ervoor dat de contacten tijdens het afspoelen beschermd zijn
tegen vocht.
4. Vuilwatertank reinigen
Zie het hoofdstuk "Bedrijf/4. Displayweergave "Vuilwatertank" knippert" voor
informatie over het uitnemen en inzetten van de vuilwatertank.
4.1 reiniging van de bovenste afdekking van de vuilwatertank
① Als de zeef in de vuilwatertank vuil is, reinig deze dan tijdig.
② Verwijder de bovenste afdekking van de vuilwatertank en spoel de afdekking
inclusief zeef compleet af met schoon water.
③ Monteer de vuilwater tank na de reiniging weer.
1. Om de vermeerdering van bacteriën te vermijden, reinigt u het
vuilwaterreservoir na ieder gebruik. Laat de onderdelen vervolgens
goed drogen.
2. Zorg ervoor dat de contacten van de vuilwatertank tijdens het
afspoelen beschermd zijn tegen vocht.
4.2 Reiniging van het filter
① Verwijder eerst het filter uit de afdekking van de vuilwatertank.
② Was na uitname af met schoon water en laat grondig drogen alvorens weer
in de vuilwatertank te leggen.
43