Publicité
Regelen van de
draadspanning
(Naar recht stikken)
Een perfekte, goed gebalanceerde steek (1)
ontstaat, wanneer de bovendraad en de
spoeldraad tussen de twee lagen stof in elkaar
grijpen, zonder lussen aan boven- of onderkant
en geen rimpels.
Te veel spanning geeft een strakke steek (2),
waardoor de stof gaat trekken.
• Verminderen van spanning: draai de knop
naar een lager nummer.
Te weinig spanning zal een losse steek geven
(3), zooct er lussen in de naad komen.
• Vermeerderen van de spanning: draai de
knop naar een hoger nummer.
Regelen van de
draadspanning
(Naar zigzag stikken)
Een juiste instelling van de spanning geeft een
gladde, gelijkmatige steek (1).
Te veel spanning zal een strakke steek (2)
geven, waardoor de stof gaat trekken.
Verminder de spanning door de knop naar
een lager nummer te draaien.
Te weiruq spanning zal een losse steek (3)
geven, waardoor er lussen in uw patroon
komen. Vergroot de spanning door de knop
naar een hoger nummer te draaien.
Réglage de la
tension
(Pour le point droit)
Faites un essai sur un échantillon, en double,
du tissu que vous allez coudre. Contrólez cet
essai. Pour que votre point soit bien réglé (1),
le fil de I'aiguille et celui de la canette doivent
être noués dans I'épaisseur du tíssu sans
bouclettes et sans plisser.
Une tension trop serrée tire le point (2) et fait
plisser le tissu.
• Pour desserrer la tension, tournez le bouton
vers un chiflre moins élevé.
Une tension trop lóche donnera des points à
bouclettes (3).
• Pour resserrer la tension, tournez le bouton
vers un chiflre plus élevé.
Réglage de la
tension
(Pour couture au point de zig-zag)
Lorsque la tension est bien réglée, le point est
régulier et uniforme (1).
Si la tension est trop serrée, le point sera tendu
(2) et plissera le tissu. Desserrez la tension en
tournant le disque vers un chiflre moins élevé.
Si la tension est tróp làche, vous constaterez
des bouclettes sur I'envers du travail (3).
Pour resserrer la tension, tournez le disque vers
un chiflre plus élevé.
27
Publicité
