bediening
extra zekerheid
oververhittingsbeveiligingen
NL 22
Het toestel kan oververhit raken, wanneer:
–
de pan de warmte niet goed geleidt;
–
vet of olie op een hoge stand verhit wordt;
–
er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook
ventilatiebeveiliging).
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende
kookzone, respectievelijk alle kookzones, tot een van de
volgende reacties:
–
de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets af laten
nemen (dit is niet zichtbaar bij de kookstanden in de
displays);
–
wanneer dit niet helpt zal de kookplaat één of meerdere
zones uitschakelen en in het display de tekst "F8"
weergeven. De tekst zal blijven staan totdat u de aan/uit
toets van de zone met de foutmelding een keer bedient.
Zodra de kookzone(s) voldoende is (zijn) afgekoeld kunt u
deze weer normaal gebruiken.
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel
geactiveerd wordt door:
–
pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden;
–
vet of olie op een lagere stand te verhitten;
–
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Neem contact op met de servicedienst of een erkend
vakman indien de oververhittingsbeveiliging desondanks
opnieuw geactiveerd wordt.