4
Instandhouding en onderhoud
Om de functionaliteit van de machine te behouden moeten de volgende punten in acht worden
genomen:
• De geleidestangen moeten vrij van vuil worden gehouden. Bij beschadigingen aan de
oppervlakken moeten de geleidestangen worden vervangen, daar dit evt. tot een drukverlies
kan leiden.
• Freesinrichting, verwarmingselement en hydraulisch aggregaat mogen uitsluitend worden
gevoed met de op het typeplaatje vermelde spanning.
• Om onberispelijke lasresultaten te behalen, is het noodzakelijk het verwarmingselement
rein te houden. Bij beschadigingen van de oppervlakken moet het verwarmingselement
van een nieuwe laag worden voorzien of vervangen worden. Materiaalresten op de
verwarmingsspiegel tasten de antikleefeigenschappen aan en moeten worden verwijderd met
een niet-vezelend papier en spiritus (alleen bij een koud verwarmingselement!).
• Het oliepeil van het hydraulische aggregaat moet vóór elk gebruik gecontroleerd worden
(het oliepeil moet tussen de min.- en max.-markeringen liggen). Indien nodig moet de
hydraulische olie (HLP – 46, art.-nr.: 53649 ) worden bijgevuld.
• De hydraulische olie (HLP – 46, art.-nr.: 53649 ) moet alle 6 maanden worden ververst.
• Om functiestoornissen te voorkomen, moet het hydraulisch aggregaat regelmatig worden
gecontroleerd op dichtheid, vaste zitting van de schroefverbindingen en onberispelijke
toestand van de elektrische kabels.
• De hydraulische snelkoppelingen aan het hydraulisch aggregaat en aan het slangenpakket
moeten tegen vervuiling worden beschermd. Bij verontreiniging moeten deze voor het
aansluiten worden gereinigd.
• De freesinrichting is uitgerust met twee dubbelzijdig geslepen messen. Bij een afgenomen
snijvermogen kunnen de messen omgekeerd of door nieuwe vervangen worden.
• Men dient er steeds op te letten dat de te bewerken pijp- of werkstukuiteinden en vooral
de eindvlakken vrij van verontreinigingen zijn, daar anders de levensduur van de messen
beduidend wordt verkort.
Conform DVS 2208 dient men jaarlijks een controle van het lasapparaat te laten
uitvoeren door de fabrikant of een door hem geautoriseerd servicestation. Bij
machines met een meer dan gemiddelde belasting moet de controlecyclus worden
verkort.
4.1
Machine en gereedschaponderhoud
(Onderhoudsvoorschriften Pkt. 4 bekijken!)
Scherpe en schone gereedschappen Leiden tot betere resultaten en zijn veiliger.
Stompe, gebroken en verloren onderdelen direct vervangen. Testen, of het toebehoren veilig met
de machine verbonden is.
Bij onderhoudswerkzaamheden alleen originele reserveonderdelen gebruiken. Reparaties mogen
alleen door Gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Bij niet gebruiken, onderhoudswerkzaamheden en voor het wisselen van toebehoren, machine
loskoppelen van het stroomnet.
Voor het opnieuw aansluiten op een stroombron,zich ervan verzekeren dat de machine en
eventueel toebehoren is uitgeschakeld.
Bij gebruik van verlengkabels deze altijd op functionaliteit en veiligheid controleren. Er mogen
alleen kabels voor gebruik buitenshuis gebruikt worden.
Gereedschappen en machines waarvan, behuizingen of handgrepen, speciaal deze uit kunststof,
kapot, gescheurd of gebroken zijn niet gebruiken.
All manuals and user guides at all-guides.com
NEDERLANDS
77