7.2 Voorschriften voor explosiebescherming
Voor elektrische bedrijfsmiddelen dienen in explosiege-
vaarlijke gebieden een aantal voorschriften te worden
opgevolgd. De volgende lijst geeft een overzicht van de
essentiële voorschriften.
Binnen de Europese gemeenschap gelden:
- Richtlijn 999/92/EG over minimumvoorschriften
ter verbetering van de gezondheid en veiligheid van
diegene welke door explosiegevaarlijke omgevingen
gevaar loopt.
- EN 5004
Elektrische bedrijfsmiddelen voor explosiegevaarlijke
toepassingen - Algemene voorschriften
- EN 60079-4 (IEC 60079-4)
Elektrische bedrijfsmiddelen in gasexplosiegevaarlij-
ke toepassingen - deel 4:
Elektrische installaties in explosiegevaarlijk gebied
- EN 60079-0 (IEC 60079-0)
Elektrische bedrijfsmiddelen in gasexplosiegevaarli-
jke toepassingen - deel 0: Indeling van explosiege-
vaarlijke gebieden
- EN 27-
Explosiegevaarlijke omgevingen - Explosiebeveili-
ging - deel : Basisgegevens en methodiek
- Richtlijn 67/548/EEC (substantiële richtlijn)
Voorts kunnen aanvullend nationale voorschriften en
richtlijnen gelden.
7.3 Zone indeling voor explosiegevaarlijke
gebieden
Explosiegevaarlijke gebieden zijn gebieden waarin af-
hankelijk van de plaats in het bedrijf explosiegevaarlijke
atmosferen in gevaarlijk dreigende hoeveelheden kunnen
optreden. Deze worden in meerdere zones onderver-
deeld.
Voor explosiegevaarlijke gebieden door brandbare gas-
sen, dampen of nevels geldt:
a) Zone 0 (Klasse ) omvat gebieden waarin explosiege-
vaarlijke atmosferen voortdurend of langdurig heer-
sen.
b) Zone (Klasse 2) omvat die gebieden, waarmee men
rekening dient te houden indien explosiegevaarlijke
omstandigheden bij gelegenheid kunnen optreden.
c) Zone 2 omvat die gebieden, waarmee men rekening
dient te houden indien explosiegevaarlijke omstan-
digheden slechts zelden en kortstondig kunnen op-
treden.
7.4 Verklaring van de zone-indeling bij het
gebruik van vatpompen voor brandbare
vloeistoffen
- In een vat of container heerst altijd zone 0 (klasse
).
- De scheiding tussen zone 0 (klasse ) en zone (klasse
2) wordt door de vatopening resp. bovenzijde van het
vat bepaald.
- In ruimtes waar gepompt of afgevuld wordt, geldt in
principe zone (klasse 2).
- Voor vat- en containerpompen volgt daaruit:
. Bij het verpompen van brandbare vloeistoffen mo-
gen alleen de pompwerken van de apparaatgroep
II, categorie /2 G toegepast worden. Deze voldoen
aan de voorschriften voor toepassingen in Zone
0.
2. Het inzetten van explosieveilige motoren, van welke
beschermingssoort dan ook, in zone 0 (klasse )
is niet toelaatbaar. Uitzonderingen kunnen slechts
de plaatselijke overheden maken.
3. Lutz motoren van de serie ME in de uitvoering
"drukvast gekapseld-verhoogde veiligheid" voldoen
aan de voorschriften van apparaatgroep II, catego-
rie 2 G. Deze mogen in Zone worden toegepast.
7.5 Traceerbaarheid
Producten van Lutz-Pumpen welke gebruikt worden
in explosiegevaarlijke gebieden zijn aan de hand van
een individueel serienummer gekenmerkt en daardoor
traceerbaar. Uit dit nummer zijn het bouwjaar en de
uitvoering te herleiden.
Het gaat hier over producten welke mogen worden toe-
gepast in explosiegevaarlijke gebieden. Desbetreffend en
met inachtneming van de EC ATEX 94/9 richtlijn zullen
voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden om
herkomst en bestemming traceerbaar te maken.
Ons ATEX-gecertificeerd kwaliteitssysteem verzekert deze
traceerbaarheid tot aan het adres van eerste levering.
Uitgezonderd die gevallen waar anders luidende schrif-
telijke overeenkomsten gelden, zijn alle personen die
deze producten doorleveren ertoe verplicht een systeem
in te voeren zodat een eventuele terugroepactie bij niet-
conforme producten mogelijk is.
NL
7