Alarmsignalen en indicatielampjes
Indicatielampje
voor lage druk
Servicelampje/therapie-unitstoring
Indicatielampje
stroomonderbreking
Het indicatielampje voor Lage druk brandt als de pomp een lage
druk in het matrasvervangende systeem waarneemt. Er wordt
een alarmsignaal afgegeven, maar het signaal kan via de knop
mute worden gedempt.
Het indicatielampje gaat weer uit zodra het normale drukniveau
is bereikt.
LET OP
Zie "Probleemoplossing en alarmstatus" op pagina 16 voor
mogelijke oorzaken van de lage druk.
Het indicatielampje voor Service/Pompstoring gaat branden en
blijft aan als de pomp een interne storing heeft gesignaleerd.
Neem contact op met Arjo om het probleem te laten verhelpen.
Het indicatielampje voor Stroomstoring brandt als een stroomsto-
ring is gesignaleerd. Er wordt een alarmsignaal afgegeven, totdat
er weer stroom beschikbaar is of de therapie-unit wordt uitge-
schakeld via de Aan/Uit-toets.
LET OP
De gewichtsinstellingen worden veranderd bij stroomuitval.
Er zijn twee uitvoeringen van de pomp op de markt:
1. De pomp keert terug naar een standaard cliëntgewicht
van 125 kg (275 lb) zodra de stroomtoevoer hersteld wordt na
een stroomonderbreking of generatortest.
2. De pomp gaat terug naar de laatste instelling die door de
zorgverlener is ingesteld wanneer de stroomtoevoer na
stroomuitval of het testen van de generator wordt hersteld.
U kunt achterhalen welke pomp het is door de pomp in te
schakelen, in te stellen op 20 kg (44 lb) en daarna de
stroomtoevoer te onderbreken. Sluit de voeding weer aan.
Als de pomp teruggaat naar 125 kg (275 lb) hebt u pomp 1
en als de pomp teruggaat naar 20 kg (44 lb) hebt u pomp 2.
9