5
Eerste inbedrijfstelling
De volgende aanvullende functies worden automatisch door de besturingskast uitgevoerd:
Slaapmodus (ruststand)
Als de besturing zich langer dan 2 uur in de batterijmodus bevindt, wordt de slaapmodus geactiveerd. Dat betekent dat de
klep van de terugstuwbeveiliging automatisch wordt gesloten. Tijdens de slaapmodus (klep is gesloten) wordt om de 20
seconden een optisch en akoestisch alarm gegeven, tot de batterij leeg is. Het alarm wordt tegelijkertijd ook via het optionele
potentiaalvrije contact aangegeven.
In de slaapmodus bevindt de besturingskast zich in een ruststand. De storingsmelding via het potentiaalvrije contact blijft
echter bestaan. Zodra er weer netspanning is, functioneert de besturing weer normaal. Met deze functie wordt voorkomen
dat de batterijen volledig leeg raken en dan bij stroomuitval niet meer kunnen functioneren. Bijvoorbeeld wanneer de bestu-
ring tijdens de bouwfase wordt geïnstalleerd, maar doorlopende netvoeding nog niet aanwezig is. In dat geval kan de batterij
snel volledig worden ontladen.
De besturingskast beschikt over een automatische zelfdiagnose voor het controleren van de werking van de aangesloten
onderdelen. Zo wordt de bedrijfsgereedheid zelfs gecontroleerd als er geen terugstuw plaatsvindt.
Vooraf ingestelde controlecyclus:
elke zeven dagen (interval van 1-7 dagen mogelijk); afwijkend voor ATEX-installaties
10.00 uur
De batterijspanning controleren
De besturingskast controleert twee keer per dag de batterijspanning en meldt een batterijfout (potentiaalvrij contact: "Sto-
ring") als de spanning onder een bepaald niveau komt. De besturingskast geeft optische en akoestische waarschuwingssig-
nalen.
ZDS-zelfdiagnosesysteem
5.1
Batterij aansluiten
Schakel de hoofdschakelaar (1) uit
Sluit de stekker(s) (2) van de batterij(en) aan.
5.2
Netspanning tot stand brengen
Netspanning tot stand brengen (400V-besturingskasten)
Elektriciteitsleiding op stroomnet aansluiten.
Hoofdschakelaar (1) in stand ON zetten.
De initialisatie start automatisch.
Apparaat controleert elektrische componenten.
Spanningscontrole van de noodstroombatterijen.
|3.10. Taal|
Menupunt
Netspanning tot stand brengen (230V-besturingskasten)
Randaardestekker in de daarvoor voorziene stekkerdoos steken.
Hoofdschakelaar in stand ON zetten.
De initialisatie start automatisch.
Apparaat controleert elektrische componenten.
spanningscontrole van de noodstroombatterijen.
|3.10. Taal|
Menupunt
Inschakelen
Hoofdschakelaar (1) in stand ON zetten. Na een succesvolle systeemtest verschijnt op display
groene LED signaleert gereedheid voor bedrijf.
Als op het scherm niet de eerste initialisatie (
In dit geval moeten de ingestelde parameters worden gecontroleerd of de fabrieksinstellingen worden hersteld(
Resetten|
). Na het resetten naar de fabrieksinstellingen start de eerste initialisatie van de besturingskast automatisch.
Onthoud dat de teller voor het onderhoudsinterval bij het herstellen van de fabrieksinstellingen niet verandert.
110 / 148
wordt aangegeven.
wordt aangegeven.
|3.10. Taal|
Inbouw- en montagehandleiding
) wordt weergegeven, is de besturingskast al geïnitialiseerd.
|0 Systeeminfo|
en de
|3.11
010-700_07