De volgende situaties behoren tot het onjuist gebruik (bij-
voorbeeld, maar niet uitsluitend):
– Andere personen, kinderen of dieren op de
machine vervoeren, aangezien deze zouden
kunnen vallen en ernstige letsels zouden
kunnen opdoen of de veiligheid van de rit in
het gedrang zouden kunnen brengen.
– Zich door de machine laten vervoeren.
– De machine gebruiken voor het aanslepen
of aanduwen van een last.
– De maai-inrichting aanschakelen
op zones zonder gras.
– Gebruik van de machine voor het
verzamelen van bladeren of afval.
– De machine gebruiken voor het knippen van heggen
of voor het maaien van andere vegetatie dan gras.
– De machine gebruiken door meer
dan één persoon tegelijk.
BELANGRIJK Onjuist gebruik van de machine maakt de
garantie en elke aansprakelijkheid van de Fabrikant ongel-
dig; in dit geval is de gebruiker zelf aansprakelijk voor scha-
de of letsel die hij/zij of anderen door dit gebruik oplopen.
3.1.3
Type gebruiker
Deze machine is bestemd voor gebruik door consumenten,
d.w.z. door niet professionele bedieners.
Ze is bestemd voor "gebruik als hobby".
BELANGRIJK De machine mag door niet meer dan één
bediener worden gebruikt.
3.2
VEILIGHEIDSSIGNALEN
Er zijn verschillende symbolen op de machine aanwezig
(Afb. 2). Hun taak is de bediener te herinneren aan het ge-
drag dat hij moet aanhouden om de machine met de nodige
aandacht en voorzichtigheid te gebruiken. Betekenis van
de symbolen:
Let op. Lees de aanwijzingen door alvo-
rens de machine te gebruiken.
Gevaar! Risico op wegschietende voor-
werpen. Houd de personen tijdens het
gebruik buiten de werkzone.
Alleen voor grasmaaier met verbrandings-
motor.
Alleen voor elektrische grasmaaiers met
netvoeding.
Alleen voor elektrische grasmaaiers met
netvoeding.
Gevaar! Gevaar voor snijwonden.
Bewegend maaimechanisme. Steek uw
handen of voeten niet in de behuizing van
het maaimechanisme.
Let op de scherpe maai-inrichting. Steek
uw handen of voeten niet in de holte van de
maai-inrichting. De maai-inrichting blijft ook
na het uitschakelen van de motor draaien.
Verwijder de contactsleutel (uitschakelin-
richting) vòòr het onderhoud.
BELANGRIJK Beschadigde of onleesbaar geworden la-
bels dienen te worden vervangen. Vraag nieuwe labels aan
uw eigen geautoriseerd Dienstcentrum.
3.3
IDENTIFICATIELABEL
Het identificatielabel geeft de volgende gegevens aan
(afb.1).
1.
Geluidsniveau.
2.
CE-conformiteitsteken.
3.
Bouwjaar.
4.
Machinetype.
5.
Serienummer.
6.
Naam en adres van de fabrikant.
Artikelcode.
7.
8.
Maximale snelheid voor de werking van de motor.
9.
Gewicht in kg.
10. Spanning en frequentie voeding.
11. Elektrische beschermingsgraad.
12. Nominaal vermogen.
Schrijf de identificatiegegevens van de machine in de vakjes
op het label aan de achterkant van de omslag.
BELANGRIJK Gebruik de identificatiegegevens aange-
geven op het identificatielabel van het product wanneer u
contact opneemt met de geautoriseerde werkplaats.
BELANGRIJK Het voorbeeld van de verklaring van
conformiteit bevindt zich op de laatste pagina's van de
handleiding.
3.4
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
De machine is samengesteld uit de volgende hoofdonder-
delen, met de volgende functies (afb.1.0):
Chassis: dit is de carter die de draaiende maai-in-
A.
richting omvat.
B.
Motor: levert de beweging van de maai-inrichting
en van de tractie aan de wielen (indien voorzien).
C.
Maai-inrichting: dit is het element dat het gras
maait.
D.
Bescherming van aflaat achteraan: dit is een
beveiliging die voorkomt dat eventuele voorwer-
pen, die door de maai-inrichting meegenomen
worden, ver van de machine weg kunnen schieten.
E.
Bescherming van zijdelingse aflaat: dit is een
beveiliging die voorkomt dat eventuele voorwer-
pen, die door de maai-inrichting meegenomen
worden, ver van de machine weg kunnen schieten.
F.
Zijdelingse aflaatdeflector (indien voorzien):
naast de functie van het gemaaide gras zijdelings
aflaten op het gazon, betreft het een veiligheidsele-
ment dat er voor zorgt dat eventuele voorwerpen
opgevangen door de maai-inrichting niet ver van
de machine worden weggeslingerd.
G.
Opvangzak: naast de functie van het opvangen
van het gemaaide gras, betreft het een veiligheid-
selement dat er voor zorgt dat eventuele voorwer-
pen opgevangen door de maai-inrichting niet ver
van de machine worden weggeslingerd.
H.
Steel: dit is de werkpositie van de bediener. Dank
zij de lengte van de steel, kan de bediener tijdens
het werk steeds op een veiligheidsafstand van de
draaiende maai-inrichting blijven.
NL - 4