DE ACCU OPLADEN (ACCUMODELLEN)
Laad de accu op telkens wanneer u de machine heeft gebruikt, of telkens wanneer het waarschuwingslampje voor een bijna lege accu (C12) wordt
weergegeven.
De accu opladen...
1
Ontgrendel de vergrendeling van de accuruimte (20) en open de deur voor voldoende ventilatie.
2
Schakel de accu uit (AB) en sluit het contact van de acculader aan op het contact van de accu.
3
Volg de aanwijzingen op de acculader.
4
Controleer na het opladen van de accu het vloeistofpeil van alle accucellen. Voeg zo nodig gedestilleerd water toe totdat het vloeistofpeil zich
tot aan de bodem van de vulbuisjes bevindt.
WAARSCHUWING!
Vul de accu nooit voordat u de accu gaat opladen.
Laad de accu uitsluitend op in een goed geventileerde ruimte.
Rook niet tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de accu.
LET OP!
Om beschadiging van de vloer te voorkomen dient u water en accuzuur na het opladen van de bovenkant van de accu af te vegen.
VLOEISTOFPEIL VAN DE ACCU CONTROLEREN
Controleer het vloeistofpeil van de accu minstens eenmaal per week.
Na het opladen van de accu haalt u de accudoppen eraf en controleert u het vloeistofpeil van elke accucel. Vul elke cel tot aan de bodem van de
vulbuisjes met gedestilleerd water.
Vul de accu nooit te veel bij!
LET OP!
Als de accu te veel wordt bijgevuld, kan er accuzuur op de vloer terechtkomen.
Draai de accudoppen vast. Als er accuzuur op de accu aanwezig is, reinigt u de bovenkant van de accu met een oplossing van soda
en water (2 eetlepels soda op 1 liter water).
NEDERLANDS / C-29
FORM NO. 56041982 - CS7000 - C-29