IST_ NM_NMD 03_2014:IST_ NM_NMD 1_05 26/02/14 11.57 Pagina 4
Nederlands
Blokpompen
met draadaansluiting
NM
enkelwaaier
,
NM4 25
centrifugaalpomp
NMD
dubbelwaaier
centrifugaalpomp
C
met open
ORIGINEEL BEDIENINGSVOORSCHRIFT
1. Toepassingsgebied
Standaard uitvoering
- Voor schone vloeistoffen zonder abrassieve,
explosieve of agressieve stoffen voor het
pompmateriaal
met
een
maximum
temperatuur van 90 °C.
C: voor licht verontreinigde vloeistoffen
(maximum grootte te verpompen bestand-
delen: 4 mm).
- Maximum toegestane werkdruk is:
NM, NMD 20
10 bar
NMD 25, 32 ,40
16 bar
C
6 bar
- Installatie in een goed geventileerde
ruimte die beschermd wordt tegen
weersinvloeden met een maximum
omgevingstemperatuur van 40 °C.
Geluidsniveau:
tot 2,2 kW : ≤ 70 dB(A)
3 tot 9,2 kW : ≤ 85 dB(A)
2. Installatie
Deze serie close coupled pompen dient
geïnstalleerd te worden met de rotoras
horizontaal en pompvoeten naar beneden.
Deze pompen kunnen in een andere positie
worden geïnstalleerd, alleen wanneer het
vullen en aftappen van de pomp en de afvoer
van condenswater uit de motor mogelijk blijft.
Uit veiligheidsoverweging dient de motor
niet onder de pomp gepositioneerd te worden.
Plaats de pomp zo dicht mogelijk bij de zuigbron.
3. Leidingen
De binnendiameter is afhankelijk van de
gewenste opbrengst. Indien mogelijk dient
men leidingen te kiezen met een zodanige
diameter dat de vloeistofstroom niet hoger is
dan 1,5 m/s voor zuigzijde en 3 m/s voor
perszijde. De leidingdiameters mogen nooit
kleiner zijn dan de pompaansluitingen.
Men dient zich ervan te verzekeren dat de
binnenzijde van de leidingen schoon zijn
voordat de pomp wordt geïnstalleerd.
Bevestig alle leidingen middels steunpunten
en verbind ze zo dat er geen mechanische
krachten op het pomphuis worden uitgeoefend.
Tevens dient men ervoor te
zorgen dat er geen trillingen van
de leidingen naar het pomphuis
worden doorgegeven.
De zuigleiding moet luchtdicht
en oplopend richting pomp zijn
om luchtzakken te voorkomen.
Gebruik een excentrisch verloopstuk om de
zuigaansluiting met een horizontale leiding
van een grotere diameter te verbinden.
Bij een negatieve voordruk (zuigbedrijf) dient
men een voetklep met zuigkorf, die
altijd ondergedompeld blijft, te plaatsen.
Bij aanzuiging uit een opslagtank plaatst
men een terugslagklep.
Bij een positieve voordruk plaatst men een
schuifafsluiter.
Volg de lokale verordeningen als de pomp
als drukverhogingspomp in het (drink)
waterleidingnet wordt toegepast.
Plaats een schuifafsluiterklep in de persleiding
om de pompopbrengst, druk en vermogen
te regelen. Installeer altijd een manometer.
Bij een totale opvoerhoogte aan de
perszijde van meer van 15 m, dient men
tussen de pomp en de schuifafsluiterklep
een terugslagklep te plaatsen. Dit ter
bescherming van de pomp tegen waterslag.
4. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet uit-
gevoerd worden door een gekwalifi-
ceerd elektriciën overeenkomstig de
plaatselijke verordeningen.
Volg alle veiligheidsinstructies.
De pompset dient op een
juiste wijze geaard te zijn.
Verbind de aarde in de aansluit-
doos met het gemerkte teken
Vergelijk de frequentie en voltage met de
waarden op het typeplaatje en sluit de fasen aan
overeenkomstig het schema in de aansluitdoos.
LET OP: geen metalen voorwerpen in
de kabel opening tussen aansluitdoos
en stator laten vallen, anders motor
demonteren en voorwerp verwijderen.
Calpeda s.p.a. Via Roggia di Mezzo, 39
36050 Montorso Vicentino - Vicenza - Italia
Tel. +39 - 0444 476 476 Fax +39 - 0444 476 477
Bij motorvermogens boven 5,5 kW voorkom
directe inschakeling. Plaats een schakelkast
met ster/driehoekschakelaar of andere start-
voorziening.
De motoren welke voedingsspan-
ning hebben kunnen door schake-
laars automatisch starten.
Installeer een schakelaar waarbij elke
fase van de toevoer uitgeschakeld
kan worden. De opening tussen de
contacten dient minimaal 3 mm te zijn.
waaier
Bij gebruik van een 3-fase motor dient men
een motorbeveiliging, overeenkomstig de
nominale motorstroom, te gebruiken.
De één-fase wisselstroommotoren, serie
NMM, NMDM, CM zijn voorzien van een
condensator die verbonden is met de
aansluitingen, 220/240 V / 50 Hz met een
ingebouwde thermische beveiliging.
4.1 Gebruik van een frequentieomvormer
Stel de frequentie-regelaar zo af dat de gelimi-
teerde waarden van min. 25 Hz en max. f
niet worden overschreden.
5. Starten
LET OP: Laat de pomp nooit
drooglopen.
Start de pomp nadat het pomphuis door
de daarvoor bestemde opening volledig
is gevuld met vloeistof.
Bij zuigbedrijf moet de zuigleiding en de
pomp via ontluchtingsklep gevuld zijn.
Als men werkt bij een positieve voordruk,
vult men de pomp door de zuigklep
langzaam volledig te openen en houdt men
de persklep (en de ontluchtingsklep) open
om lucht te laten ontsnappen.
Controleer of de pomp met de hand
gedraaid kan worden. Voor dit doel hebben
de kleinere pompen een schroevendraaier
inkeping aan de ventilatorzijde van de as.
Schakel de pomp aan met een gesloten
persafsluiter. Open deze langzaam om de
vereiste capaciteit te behalen binnen het
prestatiegebied dat vermeld staat op het
typeplaatje.
Bij een 3-fase motor controleert
men dat de as draait in de richting
van de pijl op het pomphuis. Indien de
draairichting onjuist is, dan dient men de
verbinding van 2 fasen te verwisselen.
6. Onderhoud
Als de pomp niet gebruikt wordt, dan dient
deze bij vorst volledig te worden afgetapt.
Wanneer de pomp voor vervuilde vloeistof-
fen is toegepast, dient deze eerst te wor-
den gespoeld met schone vloeistof alvo-
rens zij wordt afgetapt.
Verwijder de plug (14.12/16.04).
Om de pompen NMD en C 16 geheel te
ledigen, is het noodzakelijk om het pershuis
(20.00/14.00) te demonteren na het
verwijderen van de schroeven (20.12/14.00).
Voordat men de pomp opnieuw start, dient
gecontroleerd te worden of de as niet
vastzit en dient het pomphuis volledig
gevuld te worden met vloeistof.
Voor
elke
vorm
onderhoud, dient men de
elektrische aansluitingen
los te nemen en zorg dat de
stroom niet per ongeluk
ingeschakeld kan worden.
7. Demontage
Sluit de zuig- en perskleppen en tap het
pomphuis af voordat men de pomp
demonteert. De motor en alle inwendige
delen kunnen gedemonteerd worden
zonder dat het pomphuis en de leidingen
verwijderd hoeven te worden, serie NM, C.
Door de schroeven (14.24) te verwijderen,
kan men de motor met waaier volledig
terugschuiven. De serie NMD: demontage
pomphuis (zuighuis 16.00 of pershuis
20.00) na verwijderen schroeven (20.12)
mogelijk.
8. Onderdelen
Bij onderdelen bestellingen dienen de
gegevens die op het typeplaatje staan
alsmede het positienummer van elk
gewenst
deel
overeenkomstig
maatschets te worden vermeld.
Lagers C3 en vet voor hoge temperaturen
toepassen.
.
Iedere pomp welke inspectie
en/of reparatie behoeft, moet af-
getapt en zorgvuldig worden ge-
reiningd, zowel uit als inwendig,
alvorens deze te transporteren.
Wijzigingen voorbehouden
Αντλίες κλειστού τύπου
με σπείρωμα
NM
,
NM4 25
NMD
C
ΟΔΗΓΙΕΣ ΧΕIΡIΣΜΟΥ
1 . Κατάσταση λειτουργίας
Κατασκευασμένη για
- Καθαρά υγρά , χωρίς λειαντικά, μη
εκρηκτικά , μη επιθετικά για τα υλικά της
αντλίας , με μέγιστη θερμοκρασία 90 °C.
C: για ελαφρώς ακάθαρτα υγρά (μέγιστο
Hz
N
μέγεθος στερεού σώματος: 4 mm).
- Μέγιστη επιτρεπτή πίεση σε κατάσταση
λειτουργίας , μέχρι και:
NM, NMD 20
NMD 25, 32 ,40
C
- Εγκατάσταση σε χώρο καλά αερισμένο που
να προστατεύεται από τον καιρό, με
μέγιστη θερμοκρασία περιβάλλοντος 40 °C.
Επίπεδο ήχου:
μέχρι και 2.2 kW < 70 dB (Α);
από 3 μέχρι 9.2 kW < 85 dB (Α).
2. Εγκατάσταση
Οι αντλίες πρέπει να τοποθετούνται με το
ρότορα σε οριζόντια θέση και με τα πόδια
στήριξης προς τα κάτω.
Οι αντλίες μπορούν να τοποθετηθούν και
σε άλλες θέσεις, εάν υποστηρίζονται από
εύκαμπτους και ευσταθείς σωλήνες και το
γέμισμα - άδειασμα της αντλίας, όπως και η
εκκένωση
της
υγροποίησης
δημιουργείται στο μοτέρ, είναι εφικτή. Για
ασφαλείς λόγους , αποφύγετε τη θέση με
το μοτέρ κάτω από την αντλία.
Τοποθετήστε τη αντλία όσο πιο κοντά
γίνεται στην πηγή αναρρόφησης.
3. Στόμια
Η διάμετρος των σωληνώσεων εξαρτάται
από την επιθυμητή παροχή.
Εάν είναι δυνατόν παραχωρείστε μια
διάμετρο σιγουρεύοντας έτσι μια ροή υγρών,
όχι μεγαλύτερη από 1,5 m/s. Η διάμετρος των
σωληνώσεων δεν πρέπει να είναι ποτέ
μικρότερη από τα στόμια της αντλίας.
Εξασφαλίστε ότι τα εσωτερικά στόμια είναι
καθαρά πριν τη σύνδεση .
Εξασφαλείστε όλες τις σωληνώσεις που
συνιστώνται και συνδέστε τις έτσι ώστε να
μην είναι υπερβολικά σφιγμένες για να μην
μεταδίδονται δονήσεις στη αντλία.
Το στόμιο αναρρόφησης πρέπει να είναι
απόλυτα
αεροστεγές
και
εγκλωβισμένες
φυσαλίδες
οδηγούνται προς τα πάνω.
Για τη λειτουργία της αναρρόφησης
van
προσαρμόστε μια ποδοβαλβίδα η οποία
πρέπει να είναι πάντα βυθισμένη.
Για την λειτουργία αναρρόφησης από δεξαμενή
προσαρμόστε μια βαλβίδα ελέγχου.
Για θετική αναρρόφηση προσαρμόστε μία βάνα.
Ακολουθείστε όλες τις λεmομερείς οδηγίες,
αν η πίεση του δικτύου αυξάνεται.
Τοποθετήστε μία βάνα μέσα στο στόμιο
κατάθλιψης για να ρυθμίσετε την παροχή,
και την απορροφούμενη ισχύ.
Τοποθετήστε ένα μετρητή πίεσης.
Με ένα γεωδαιτικό ύψος σε απόσταση
πάνω από 15m, προσαρμόστε μία βαλβίδα
ελέγχου μεταξύ της αντλίας και της βάνας
έτσι ώστε να προστατέψετε την αντλία από
σφυρηλάτηση νερού.
4. Ηλεκτρική σύνδεση
Η ηλεκτρική σύνδεση πρέπει να
εκτελείται
από
ηλεκτρολόγο σύμφωνα με τους
κανονισμούς.
Ακολουθείστε όλες τις οδηγίες ασφαλείας.
Η μονάδα πρέπει να είναι γειωμένη.
Συνδέστε ένα γειωμένο αγωγό στο τερματικό
με το σημαδι
. Συγκρίνετε την συχνότητα
και την κεντρική ηλεκτρική τάση με τα
de
δεδομένα που αναγράφονται στο ταμπελάκι
και συνδέστε τον τροφοδοτικό αγωγό στο
τερματικό , σύμφωνα με το κατάλληλο
διάγραμμα μέσα στο κουτί του τερματικού.
ΠΡΟΣΟχΗ : ποτέ μην αφήνετε ροδέλες ή
άλλα μεταλλικά αντικείμενα να πέσουν μέσα
στο εσωτερικό του κουτιού σύνδεσης
ανάμεσα στο τερματικό και στον στάτη.
Εάν αυτό συμβεί , λύστε τη μηχανή του
μοτέρ για να βγάλετε το αντικείμενο που
έχει πέσει μέσα.
Ελληνικά
Για μοτέρ με ισχύ ≥ 5.5 kW,
αποφύγετε την απ'ευθείας σύνδεση.
Προμηθευτείτε έναν πίνακα ελέγχου με
εκκίνηση αστέρα - τρίγωνο ή κάποια άλλη
συσκευή εκκίνησης.
Μονοβάθμιες
φυγόκεντρες
Μοτέρ εφοδιασμένα με απ ' ευθείας
εκκίνηση
θερμική ευαισθησία, μπορούν να
Διβάθμιες
ξεκινήσουν αυτόματα.
φυγόκεντρες
Τοποθετήστε ένα μηχανισμό αποσύνδεσης από
τον κεντρικό αγωγό (διακόπτη) με μία απόσταση
Με ανοικτή
τουλάχιστον 3 mm από τους πόλους.
πτερωτή
Σε τριφασικό μοτέρ προσαρμόστε έναν
επιτηρητή τάσης κατάλληλο για το
προβλεπόμενο ρεύμα της αντλίας.
Οι αντλίες ΝΜD, ΝΜDΜ, CM, συνοδεύονται
από πυκνωτή ο οποίος είναι συνδεδεμένος
στα τερματικά για (220/240V /50 ΗΖ) και με
ενσωματωμένο θερμοστάτη.
4.1 ΛΕΙΤΟΥΡΓΙΑ ΜΕ ΡΥΘΜΙΣΤΗ ΣΥΧΝΟΤΗΤΑΣ
Τα υποβρύχια μοτέρ πρέπει να λειτουρ-
γούν σε συχνότητα μεταξύ 25Hz (ελάχιστη
συχνότητα λειτουργίας) και 50Hz (μέγιστη
συχνότητα) για τα μοτέρ των 50Hz, και με-
ταξύ 25Hz και 60Hz για τα μοτέρ των 60Hz.
10 bar
5. Εκκίνηση
16 bar
ΠΡΟΣΟχΗ: ποτέ μην λειτουργείτε την
6 bar
αντλία σε ξηρή κατάσταση ούτε
καν για σύντομη δοκιμή. Ξεκινήστε την
αντλία , αφού πρώτα την
γεμίσετε τελείως με νερό.
Όταν την λειτουργείτε σε θετική
αναρρόφηση, γεμίστε τη στήλη
αναρρόφησης ανοίγοντας τη βάνα αργά και
τελείως, κρατώντας τη βάνα κατάθλιψης
ανοιχτή (και την βαλβίδα εξαέρωσης στις
ΝΜD αντλίες), απελευθερώνοντας έτσι τον
εγκλωβισμένο αέρα.
Ελέγξτε ότι ο άξονας κινείται ελεύθερα με
το χέρι.
Για αυτό το σκοπό οι μικρότερες αντλίες
έχουν μία εγκοπή στο πίσω μέρος του
άξονα (βεντιλατέρ).
που
Σε τριφασικό μοτέρ ελέγξτε την σωστή
περιστροφή του ρότορα, βλέποντας τον
άξονα από το ενδιάμεσο της αντλίας ;
αλλιώς ξεσυνδέστε την ηλεκτρική παροχή
και αλλάξτε τη σύνδεση των δυο φάσεων.
Ελέξτε ότι η αντλία δουλεύει μέσα στα
πλαίσια λειτουργίας της και ότι η
απορροφούμενη ισχύς που αναγράφεται
στο τα μπελά κι δεν έχει υπερβεί τα όρια.
Αλλιώς ρυθμίστε τη βάνα κατάθλιψης ή την
θέση πίεσης του πιεζοστάτη.
6. Συντήρηση
Όταν η αντλία δεν χρησιμοποιείται , πρέπει
να αδειάζεται τελείως, προκειμένου να
υπάρχει κίνδυνος παγετού. Για καλή μέτρηση,
όπως στην περίmωση προσωρινής λειτουργίας
με ακάθαρτα υγρά, λειτουργείστε την αντλία
για λίγο με καθαρό νερό για να βγάλετε τα
υπολλείματα .
Ξεβιδώστε την τάπα αδειάσματος
(14.12/ 16.04). Για να δειάσετε
τελείως τις αντλίες ΝΜD, CM 16
οι
τυχόν
αέρα
να
είναι επίσης απαραίτητο να βγάλετε
το σώμα αναρρόφησης (20.00/14.00),
αφαιρώντας τις βίδες (20.12/ 14.24).
Πριν επανακινήσετε τη μονάδα, ελέγξτε ότι
ο άξονας δεν είναι κολλημένος και γεμίστε
το σώμα της αντλίας με νερό.
Αποσυνδέστε
παροχή πριν από οποιοδήποτε
σέρβις και σιγουρευτείτε ότι η
αντλία δεν πρόκειται να ξεκινήσει.
7. Αποσύνδεση
Κλείστε τις βάνες αναρρόφησης και
κατάθλιψης και στεγνώστε το σώμα της
αντλίας πριν την αποσυνδέσετε. Για
αποσύνδεση και επανασύνδεση δείτε τις
οδηγίες στο σχεδιάγραμμα.
Στις ΝΜ, C αντλίες το μοτέρ μπορεί να
βγει, λύνοντας τις βίδες (14.24), μαζί με την
mερωτή χωρίς να μετακινηθεί το σώμα της
αντλίας και τα στόμια σύνδεσης.
Στις ΝΜD αντλίες είναι επίσης απαραίτητο
έναν
ικανό
για να λύσετε το σώμα της αντλίας (σώμα
αναρρόφησης 16.00 ή σώμα κατάθλιψης
20.00) λύνοντας τις βίδες (20.12).
8. Ανταλλακτικά
Όταν
παραγγέλνετε
παρακαλούμε σημειώστε όλα τα στοιχεία
που αναγράφονται στο τα μπελά κι
της αντλίας, και αριθμό θέσης του
κάθε ζητούμενου ανταλλακτικού
σύμφωνα με το σχεδιάγραμμα.
Κάθε
αντλία
χρειάζεται έλεγχο και επισκευή
πρέπει να αποστραγγίζεται και
προσεκτικά
εσωτερικά και εξωτερικά πρίν
αποσταλεί.
Πιθανές αλλαγές
από
διακόmες
με
την
ηλεκτρική
ανταλλακτικά,
που
να
καθαρίζεται