voorziene gebruik en de veiligheidsnormen) geen overige
risico's met zich mee.
4.4. Veiligheids- en informatietekens
Voor dit type product zijn geen tekens op het product voorzien.
4.5. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
In de fasen van installatie, inschakeling en onderhoud
adviseren wij de geautoriseerde operatoren om te
beoordelen welke middelen geschikt zijn voor de
beschreven werkzaamheden.
Bij de werkzaamheden voor het gewone en
buitengewone onderhoud waar het filter verwijderd
moet worden, is het gebruik van beschermende
handschoenen voorzien.
Teken
verplichte PBM
BESCHERMING VAN DE HANDEN
(handschoenen ter bescherming tegen een
chemisch, thermisch en mechanisch risico)
NL
5. TRANSPORT EN VERPLAATSEN
Het product is verpakt om de inhoud te beschermen
tegen beschadigingen.
Tijdens het transport moeten zware objecten op het
apparaat vermeden worden.
De voertuigen voor het transport van het verpakte
apparaat moeten geschikt zijn voor wat betreft de
afmetingen en het gewicht van het gekozen product
(zie technische catalogus).
5.1. Verplaatsen
Verplaats de verpakking voorzichtig, want er mag
niet tegenaan gestoten worden.
Er mag geen ander materiaal op de verpakking
geplaatst worden om te vermijden de pomp
beschadigd zou worden.
Wanneer het gewicht meer dan 25 kg bedraagt,
moet de verpakking door twee personen tegelijkertijd
worden opgetild.
6. INSTALLATIE
6.1. Benodigde ruimte
Zie voor de benodigde ruimte van het apparaat de
bijlage "Benodigde ruimte"(zie technische catalogus).
6.2. Omgevingsvoorwaarden en afmetingen van
de installatieplaats
De klant moet de installatieruimte dusdanig voorbereiden,
dat het apparaat correct en overeenkomstig de constructie-
eisen ervan (elektrische aansluitingen, enz.) geïnstalleerd
kan worden.
Het is ten strengste verboden om de machine te installeren
en in werking te stellen in een ruimte met een potentieel
ontploffingsgevaar.
6.3. Uitpakken
Controleer dat het apparaat tijdens het
i
transport niet beschadigd is.
Het verpakkingsmateriaal moet, nadat de machine
uitgepakt is, afgevoerd en/of hergebruikt worden
volgens de geldende normen van het land waarvoor
het apparaat bestemd is.
6.4. nstallatie
Over de gehele lengte moet de bron een diameter
hebben, welke groot genoeg is voor doorlaat van de
pomp met daaromheen ook nog voldoende ruimte.
Laat de pomp nooit vallen.
Pagina 40 / 72
6.4.1. Leidingen
Als er draadaansluitingen worden gebruikt, moeten de
persleidingen goed vastgemaakt worden om elk risico,
dat de pomp in de bron zou vallen, te vermijden. Het is
aan te bevelen de leidingen middels puntlassen aan de
draadaansluitingen te bevestigen.
Bij PVC leidingen gebruik goede aansluitingen.
De pompen uit de SD, 6SDX serie hebben 2 ogen in
het pershuis die dienen als hijsoog voor de te monteren
kabel / ketting. Een touw of ketting van niet -vergankelijk
materiaal moet altijd worden gebruikt om de pomp te
bevestigen.
Verbind de voedingskabel aan de persleiding met
kabelklemmen om de ca. 3 m.
Laat de pomp zakken in de bron en zorg ervoor dat de
voedingskabels tijdens de werking op geen enkele manier
beschadigd worden.
Gebruik nooit de voedingskabel om de pomp
aan te hangen.
Als de pomp in werking is getreden, moet de
persaansluiting tenminste 1 m onder het dynamische
niveau van de bron ondergedompeld zijn. Hiervoor is
het aan te bevelen een automatisch controlesysteem te
installeren dat de pomp doet stoppen als het niveau van
het water beneden dit niveau komt.
Plaats de pomp zover van de bodem van de bron dat nodig
is om opeenhoping van zand en modder rondom de motor
te vermijden en het risico van oververhitting te verlagen.
1 schakelkast
2 voedingskabel
3 niveausonde
4 manometer
5 schuifafsluiter
6 terugslagklep
7 inspectieput
8 veiligheidskabel
9 persleiding
10 ingebouwde klep
11 pomp
12 filter
13 bodem van de bron
A = Wisselend dynamisch
niveau
Z = Totale lengte van de
persleiding: als > 100
meter, installeer een of
meer schuifafsluiters
Y =
Diepte
van
onderdompeling, altijd
> 1 meter
X = Afstand tussen motor
en bronfilter > 1 meter
6.4.2. Persleiding
De volgende onderdelen moeten in de persleiding
geïnstalleerd zijn:
• een manometer
• één of meer terugslagkleppen afhankelijk van het type
van de installatie, om de pomp te beschermen tegen
waterslag (tenminste l klep per 50 meter verticale leiding
boven de pomp)
• een schuifafsluiter om de pompopbrengst, druk en
vermogen te regelen.
SD, SDX, SDS_Rev15 - Bedieningsvoorschrift
1
O
I
2
4
5
6
Z
A
7
8
Y
9
10
11
3
X
12
13
4.93.128