Elektrische Installatie - Riello Gulliver RS5 Manuel D'entretien

3.6

ELEKTRISCHE INSTALLATIE

Hoofdschakelaar
230V ~ 50Hz
Fig. 7
A
E9250
3038
LEGENDE
C
CN1 – Stekker voeler
E
h1
MV – Motor
PA – Min. Luchtdrukschakelaar
PG – Min. gasdrukschakelaar
RS – Reset op afstand
SM – Servomotor luchtklep
SO – Ionisatievoeler
Blauw
OPGELET:
Verwissel de nulleider niet met de fase, volg het weergegeven sche-
ma nauwkeurig en zorg voor een goede aardaansluiting.
De doorsnede van de geleiders moet minstens 1mm
voorgeschreven door plaatselijke normen en wetten).
De elektrische aansluitingen die de installateur uitvoert, moeten vol-
doen aan de in het land van kracht zijnde reglementering.
CONTROLE
Controleer of de brander stopt als de thermostaten open gaan.
Controleer of de brander blokkeert als de stekker (CN1) op de rode draad
van de sonde, die zich buiten de controledoos bevindt, open gaat.
CONTROLEDOOS, (zie fig. 7)
Om de controledoos uit de brander te verwijderen, als volgt te werk gaan:
schakel alle ermee verbonden stekkers, de 7-polige stekker, de hoogspanning-
skabels en de aardingsdraad (TB) los;
draai de schroef (A, fig. 7) los en trek de controledoos in de richting van de pijl.
Om de controledoos te installeren, als volgt te werk gaan:
draai de schroef (A) aan met een aanhaalmoment van 1 ÷ 1,2 Nm;
verbind alle tevoren losgeschakelde stekkers.
OPGELET
De branders zijn goedgekeurd voor intermitterende werking. Dit betekent dat ze
minstens 1 maal in de 24 uur moeten stoppen zodat de elektrische controledoos
de efficiëntie bij het starten kan controleren. Gewoonlijk wordt de stilstand van de
brander verzekerd door de limietthermostaat (TL) van de ketel.
Indien dit niet het geval is moet er in serie met de limietthermostaat (TL) een timer
geplaatst worden die de brander minstens een maal per 24 uur laat stoppen.
7
– Condensator
– Ontstekingselectrode
– Urenteller
Zwart
Bruin
D4628
NL
S3 – Controlelampie vergren-
deling (230V - 0,5 A max)
T6A – Zekering
TB – Aarding brander
TL – Limietthermostaat
TS – Veiligheidsthermostaat
V10 – Veiligheidsventiel
V11 – Regelventiel
X.. – Mannetjesstekker
XP.. – Vrouwtjesstekker
UITGEVOERD
IN DE FABRIEK
TEN LASTE VAN DE
INSTALLATEUR
2
zijn. (Mits anders