Page 1
Manuel d’entretien Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften Brûleurs gaz à air soufflé Gasventilatorbranders Fonctionnement à 1 allure Eentrapsbrander CODE MODELE - MODEL TYPE 3761912 920T1 3761916 920T1 2903038 (2) - 09/2007...
DESCRIPTION DU BRULEUR Brûleur gaz fonctionnement à une allure. Brûleur conforme au degré de protection IP X0D (IP 40) selon EN 60529. Marquage CE conforme à la directive Appareils à Gaz 90/396/EEC; PIN 0085BM0114. Conforme à les Directives: EMC 89/336/CEE, Basse Tension 73/23/CEE et Machines 98/37/CEE. Rampe gaz conforme à...
2.3 PLAGE DE TRAVAIL, (selon EN 676) D6231 130.000 170.000 210.000 250.000 290.000 kcal/h Puissance thermique CHAUDIERE D’ESSAI La plage d’utilisation a été obtenue avec une chaudière d’essai conforme à la norme EN 676. CHAUDIERE COMMERCIALE L’accouplement brûleur/chaudière ne pose pas de problèmes si la chaudière est conforme à la norme EN 303 et si la chambre de combustion a des dimensions similaires à...
INSTALLATION LE BRÛLEUR DOIT ÊTRE INSTALLÉ CONFORMÉMENT AUX LOIS ET AUX RÉGLEMENTATIONS LOCALES. 3.1 POSITION DE FONC- TIONNEMENT Le brûleur n’est prévu que pour fonctionner sur la position 1. L e s i n s t a l l a t i o n s d a n s l e s positions 2, 3, 5, 6 et 7 compro- mettent le bon fonctionnement de l’appareil car elles ne garantissent...
3.3 RAMPE GAZ, (selon EN676) La rampe gaz est fournie à part, voir les notices jointes pour son réglage. RAMPE GAZ CONNEXIONS EMPLOI TYPE CODE ENTREE SORTIE Gaz naturel ≤ 200kW et GPL 160 ÷ 330 kW MBDLE 410 B01 3970549 Rp 1 1 / 4 Bride 3...
FONCTIONNEMENT PUISSANCE A L'ALLUMAGE Fig. 8 L’allumage doit se produire à puissance réduite et pas au-dessus de 120 kW. Pour mesurer la puissance à l'allumage: – Débrancher le connecteur (CN1) sur le câble de la sonde d'ionisation (voir installation Èlectrique ‡ page 7);...
DEMONTAGE DU GROUPE TETE , (voir fig. 8, page 8) Pour enlever le groupe tête, effectuer les opérations suivantes : Enlever la vis (7), débrancher les câbles (3 et 5), retirer le tube (4), desserrer les 2 vis (10), faire pivoter la plaque de support de la tête (1) vers la droite et la tirer en arrière.
4.5 CONTROLE DE LA COMBUSTION Il est conseillé de régler le brûleur selon les indications reprises dans le tableau et en fonction du type de gaz utilisé: EN 676 ≤ 1,2 ≤ 1,3 EXCES D’AIR: puissance max. λ – puissance min. λ max.
4.8 FONCTION DE RECYCLAGE La boîte de contrôle permet le recyclage, c’est-à-dire la répétition complète du programme de démarrage, avec au maximum 3 tentatives si la flamme s’éteint durant le fonctionnement. 4.9 FONCTION DE POST-VENTILATION La post-ventilation est une fonction qui maintient la ventilation de l’air même après que le brûleur se soit éteint.
Vérifier le réglage du pressostat air et du pressostat gaz. Laisser fonctionner le brûleur en plein régime pendant environ dix minutes en réglant correctement tous les éléments indiqués dans le présent manuel. Faire ensuite une analyse de la combustion en vérifiant ce qui suit: Pourcentage de CO Teneur en CO (ppm) Teneur en NOx (ppm)
ANOMALIES / REMEDES La liste ci-dessous donne un certain nombre de causes d’anomalies et leurs remèdes. Problèmes qui se traduisent par un fonctionnement anormal du brûleur. Un défaut, dans la grande majorité des cas, se traduit par l'allumage du signal sur le bouton de réarme- ment manuel de la boîte de commande et de contrôle (4, fig.
ANOMALIES CAUSES POSSIBLES REMEDES Vérifier la pression d’alimentation et/ ou ré- Les électrovannes laissent passer gler l’électrovanne comme indiqué dans la trop peu de gaz. notice. Les électrovannes sont défectueu- Le brûleur se met en Les remplacer. ses. sécurité après la pha- préventilation Vérifier la bonne position des connecteurs.
CONSEILS ET SÉCURITÉ Afin de garantir une combustion avec le taux minimum des émissions polluantes, les dimensions et le type de chambre de combustion du générateur doivent correspondre à des valeurs bien déterminées. Il est donc conseillé de consulter le Service Technique avant de choisir ce type de brûleur pour l’équipement d’une chaudière.
Page 17
INHOUD BESCHIJVING VAN DE BRANDER ..........1.1 Geleverd materiaal .
BESCHRIJVING VAN DE BRANDER Eentraps gasventilatorbrander. Brander conform de beschermingsgraad IP X0D (IP 40) secondo EN 60529. CE-keur conform de richtlijn voor Gastoestellen 90/396/EEG; PIN 0085BM0114. Conform de richtlijnen: EMC 89/336/EEG, Laagspanning 73/23/EEG en Machines 98/37/EEG. Gasstraat conform EN 676. De brander is gehomologeerd voor intermitterende werking conform de Richtlijn EN 676.
WERKINGSVELDEN, (volgens EN 676) D6231 130.000 170.000 210.000 250.000 290.000 kcal/h Thermisch vermogen TESTKETEL Het werkingsveld werd gerealiseerd met testketels conform de norm EN 676. KETELS IN DE HANDEL De combinatie brander/ketel vormt geen probleem als de ketel voldoet aan de norm EN 303 en als de afmetin- gen van de verbrandingskamer ongeveer overeenstemmen met deze voorzien in de norm EN 676.
INSTALLATIE DE BRANDER MOET GEÏNSTALLEERD WORDEN VOLGENS DE PLAATSELIJK GELDENDE WETTEN EN NORMEN. WERKINGSPOSITIE De brander is gemaakt om uitslui- tend in positie 1 te functioneren. De installaties in de posities 2, 3, 5, 6, 7 moeten beschouwd worden als een gevaar voor de goede werking van het apparaat, daar ze er niet voor garanderen dat de luchtklep bij stilstand sluit.
WERKING VERMOGEN BIJ DE ONTSTEKING Fig. 8 De brander moet bij een lager vermogen ontste- ken, niet hoger dan 120 kW. Om het vermogen bij de ontsteking te meten, als volgt te werk gaan: – Schakel de stekker (CN1) op de kabel van de io- nisatiesonde los (zie elektrische aansluitingen op blz.
DEMONTAGE BRANDERKOPGROEP, (zie fig. 8, blz. 8) Voor de verwijdering van de branderkopgroep als volgt te werk gaan: Verwijder de branderkopgroep (1) na de schroeven (7) verwijderd te hebben, de aansluitingen (3 en 5) los ge- maakt te hebben, het slangetje (4) los getrokken te hebben en de schroeven (10) los gedraaid te hebben. Er wordt aangeraden om de regelstand regelaar-elleboog niet te wijzigen tijdens de demontage.
VERBRANDINGSCONTROLE Het is aangeraden de brander af te stellen volgens de aanwijzingen in de tabel, in functie van het gebruikte type gas: EN 676 LUCHTOVERMAAT: max. vermogen λ ≤ 1,2 – min. vermogen λ ≤ 1,3 max. theoretisch Instelling CO 0 % O mg/kWh λ...
4.8 FUNCTIE VOOR EEN NIEUWE CYCLUS Met de controledoos kan er opnieuw een cyclus gemaakt worden, d.w.z. dat het startprogramma volledig herhaald wordt als de vlam tijdens de werking dooft (maximaal 3 pogingen). 4.9 NAVENTILATIE De naventilatie is een functie waardoor de ventilatie van de lucht tot na het doven van de brander voortzet. De brander dooft bij het openen van de limietthermostaat (TL) waardoor de brandstoftoevoer van de ven- tielen onderbroken wordt.
Controleer de afstelling van de luchtdrukschakelaar en van de gasdrukschakelaar. Laat de brander ongeveer tien minuten op zijn volle vermogen werken met alle in deze handleiding vermelde af- stellingen. Voer dan een verbrandingsanalyse uit en controleer hierbij het volgende: Percentage CO (%);...
DEFECTEN / OPLOSSINGEN Hieronder vindt u een lijst van mogelijke defecten en hun oplossingen. Die problemen geven aanleiding tot een abnormale werking van de brander. In de meeste gevallen gaat bij een probleem het lampje branden van de manuele ontgrendelingsknop van de controle- en bedieningsdoos (4, fig.1, blz.
DEFECT MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING De toevoerdruk controleren en/of de De electromagneetventielen laten on- electromagneetventielen regelen zoals voldoende gas door. in de handleiding opgegeven. De electromagneetventielen zijn de- Vervangen. De brander vergrendelt fect. na de voorventilatie en er wordt geen vlam ge- De correcte stand van de stekkers con- vormd.
WAARSCHUWINGEN EN VEILIGHEID Voor een verbranding met zo weinig mogelijk milieuverontreinigende emissies, moeten de afmetingen en het type verbrandingskamer van de ketel, overeenkomen met bepaalde waarden. Daarom is het raadzaam de Technische Servicedienst te raadplegen alvorens dit type brander te kiezen voor de combinatie met een ketel. Het vakbekwaam personeel is het personeel dat aan de technische professionele vereisten voldoet die voorgeschreven worden door de wet van 5 maart 1990 nr.
Page 32
RIELLO S.p.A. I-37045 Legnago (VR) Tel.: +39.0442.630111 http:// www.riello.it Sous réserve de modifications - Onder voorbehoud van wijzigingen...