Télécharger Imprimer la page

avanos MIC-KEY Mode D'emploi page 44

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
10. Verwijder de katheter, maar houd de voerdraad op zijn plaats.
Dilatatie
1. Gebruik een scalpelmes nr. 11 om een kleine huidincisie te maken die
langs de voerdraad omlaag door het onderhuidse weefsel en de fascia van
de musculatuur van de buik loopt. Nadat de incisie is gemaakt, moet het
scalpelmes worden afgevoerd volgens het ziekenhuisprotocol.
2. Voer een dilatator over de voerdraad op en dilateer de stomatractus tot de
gewenste grootte.
3. Verwijder de dilatator over de voerdraad, maar houd de voerdraad op zijn
plaats.
4. Meet de lengte van de stoma met het AVANOS* stomameetapparaat.
De lengte van de stoma meten
Opgelet: De keuze van de juiste maat MIC-KEY*-voedingssonde is van
doorslaggevend belang voor de veiligheid en het comfort van de patiënt.
Meet de lengte van de stoma van de patiënt met het stomameetapparaat. De
schachtlengte van de geselecteerde MIC-KEY*-voedingssonde moet hetzelfde zijn
als de lengte van de stoma. Een verkeerde maat MIC-KEY*-voedingssonde kan
necrose, 'buried bumper'-syndroom en/of hypergranulatieweefsel veroorzaken.
1. Bevochtig de tip van het stomameetapparaat met een in water oplosbaar
glijmiddel. Gebruik geen minerale olie. Gebruik geen vaseline.
2. Voer het stomameetapparaat over de voerdraad, via de stoma, op tot in de
maag. BRENG HET NIET MET KRACHT IN.
3. Vul de injectiespuit met Luer-schuifaansluiting met 5 ml water en bevestig
deze aan de ballonpoort. Druk de zuiger van de spuit in en vul de ballon.
4. Trek het apparaat voorzichtig naar de buik toe totdat de ballon tegen de
binnenkant van de maagwand rust.
5. Schuif de kunststof schijf omlaag naar de buik en noteer de meting boven de
schijf.
6. Voeg 4–5 mm toe aan de genoteerde meting om te zorgen voor de juiste
stomalengte en de juiste pasvorm van de stoma in welke positie dan ook.
Noteer de meting.
7. Verwijder het water in de ballon met behulp van een injectiespuit met Luer-
schuifaansluiting.
8. Verwijder het stomameetapparaat.
9. Documenteer de datum, het chargenummer en de gemeten lengte van de
schacht in centimeters.
Aanbrenging van de sonde
NB: Er kan een peel-away sheath worden gebruikt om het opvoeren van de sonde
door de stomatractus te vergemakkelijken.
1. Selecteer de juiste MIC-KEY * jejunale voedingssonde en bereid deze voor
volgens de aanwijzingen in het bovenstaande gedeelte 'Voorbereiding van de
sonde' .
2. Voer het distale uiteinde van de sonde op over de voerdraad totdat het
proximale uiteinde van de voerdraad uit de introducercanule uitsteekt.
NB: Directe visualisatie en manipulatie van de introducer en voerdraad kunnen
nodig zijn om de voerdraad door het uiteinde van de introducer op te voeren.
3. Houd het aanzetstuk van de introducer en de jejunale voedingspoort vast
terwijl u de sonde over de voerdraad in de maag inbrengt.
4. Draai de AVANOS* MIC-KEY* jejunale sonde tijdens het opvoeren om de
passage van de sonde door de pylorus tot in het jejunum te vergemakkelijken.
5. Voer de sonde verder op totdat de tip van de sonde zich 10–15 cm voorbij het
ligament van Treitz bevindt en de ballon zich in de maag bevindt.
6. Controleer of de externe bolster zich op gelijke hoogte met de huid bevindt.
7. Vul de ballon met behulp van een injectiespuit met Luer-schuifaansluiting.
• Vul de ballon met 5 ml steriel of gedistilleerd water.
Opgelet: Overschrijd niet een totaal ballonvolume van 10 ml. Gebruik
geen lucht. Injecteer geen contrastmiddel in de ballon.
8. Verwijder de voerdraad door de introducercanule terwijl u de canule op zijn
plaats houdt.
Verwijder de introducercanule.
De positie van de sonde controleren
1. Om mogelijke complicaties (bijv. irritatie of perforatie van de ingewanden) te
voorkomen, moet de juiste aanbrenging van de sonde door middel van een
röntgenopname worden gecontroleerd en moet worden gecontroleerd of de
sonde geen lussen maakt binnen de maag of dunne darm.
NB: De sonde is radiopaak en kan worden gebruikt om de positie te controleren.
Injecteer geen contrastmiddel in de ballon.
2. Spoel het lumen door om te controleren of het niet verstopt is.
3. Controleer op vocht rond de stoma. Indien er tekenen zijn van gastrische
lekkage, controleer dan de positie van de sonde en ga na of de externe bolster
goed is aangebracht. Voeg zoveel vloeistof toe als nodig is in stappen van 1–2
ml.
Opgelet: Overschrijd niet het hierboven aangeduide totale
ballonvolume.
4. Controleer of de externe bolster niet te strak tegen de huid is aangebracht en
2–3 mm boven de buik rust.
5. Documenteer de datum, het type, de maat en het chargenummer van
de sonde, het vulvolume van de ballon, de gesteldheid van de huid en
de tolerantie van de patiënt voor de ingreep. Begin met de voeding en
de toediening van medicatie volgens het voorschrift van de arts en na
gecontroleerd te hebben dat de sonde op juiste wijze is aangebracht en
doorgankelijk is.
44
Radiologische aanbrenging via een bestaande
gastrostomietractus
1. Breng onder fluoroscopische begeleiding een voerdraad met buigzaam
uiteinde, van maximaal 0,038 inch (0,96 mm), in via de verblijfssonde voor
gastrostomie.
2. Verwijder de gastrostomiesonde over de voerdraad.
3. Leid de voerdraad door de stoma en rol hem op in de maag.
4. Voer een met een 0,038 inch (0,96 mm) voerdraad compatibele flexibele
katheter op totdat de kathetertip zich bij de pylorus bevindt.
5. Passeer de pylorus en voer de voerdraad op tot in het duodenum. Indien de
katheter moeilijk door de pylorus op te voeren is, verminder dan de lengte
van de in de maag opgerolde katheter. Door de flexibele katheter te draaien
kan het gemakkelijker zijn deze over de voerdraad te schuiven.
6. Voer de voerdraad en de katheter op tot een punt 10–15 cm voorbij het
ligament van Treitz.
7. Verwijder de katheter, maar houd de voerdraad op zijn plaats.
8. Meet de lengte van de stoma met het AVANOS* stomameetapparaat.
Aanbrenging van de sonde
1. Selecteer de juiste maat MIC-KEY* jejunale voedingssonde en bereid deze
voor volgens de aanwijzingen in het bovenstaande gedeelte 'Voorbereiding
van de sonde' .
2. Voer het distale uiteinde van de sonde over de voerdraad op tot in de maag.
3. Draai de AVANOS* MIC-KEY* jejunale sonde tijdens het opvoeren om de
passage van de sonde door de pylorus tot in het jejunum te vergemakkelijken.
4. Voer de sonde verder op totdat de tip van de sonde zich 10–15 cm voorbij het
ligament van Treitz bevindt en de ballon zich in de maag bevindt.
5. Vul de ballon met behulp van een injectiespuit met Luer-schuifaansluiting.
• Vul de ballon met 5 ml steriel of gedistilleerd water.
Opgelet: Overschrijd niet een totaal ballonvolume van
10 ml. Gebruik geen lucht. Injecteer geen contrastmiddel in de ballon.
6. Verwijder de voerdraad door de introducercanule terwijl u de canule op zijn
plaats houdt.
7. Verwijder de introducercanule.
8. Controleer de juiste aanbrenging van de sonde volgens de aanwijzingen in
het bovenstaande gedeelte 'De positie van de sonde controleren' .
Aanbevolen procedure voor endoscopische
aanbrenging
1. Verricht een routinematige oesofagogastroduodenoscopie. Nadat de ingreep
is voltooid en er geen afwijkingen zijn geconstateerd die een contra-indicatie
voor aanbrenging van de sonde zouden kunnen vormen, moet de patiënt in
rugligging worden geplaatst en moet de maag met lucht worden gevuld.
2. Verricht transilluminatie via de voorste buikwand om een plaats voor de
gastrostomie te selecteren waarin zich geen grote bloedvaten, ingewanden
en littekenweefsel voordoen. De plaats is gewoonlijk op een derde van de
afstand van de umbilicus tot de linker ribbenboog bij de midclaviculaire lijn.
3. Druk de beoogde inbrengplaats in met een vinger. De endoscopist moet
de resulterende depressie duidelijk zien op het voorste oppervlak van de
maagwand.
4. Bereid de huid voor en dek deze af bij de geselecteerde inbrengplaats.
Aanbrenging van gastropexie
Opgelet: Het verdient aanbeveling een driepunts gastropexie uit te voeren
in een driekhoeksconfiguratie om te zorgen voor aanhechting van de maagwand
aan de voorste buikwand.
1. Breng een huidmarkering aan op de inbrengplaats van de sonde. Zet
het gastropexiepatroon uit door drie huidmarkeringen aan te brengen
op gelijke afstand van de inbrengplaats van de sonde, en wel in een
driehoeksconfiguratie.
Waarschuwing: Er dient voldoende afstand te zijn tussen de
inbrengplaats en de plaats waar de gastropexie wordt verankerd om
interferentie door het T-vormige bevestigingsmiddel en de gevulde
ballon te voorkomen.
2. Dien 1% lidocaïne toe op de punctieplaatsen en breng een plaatselijk
verdovingsmiddel aan op de huid en het peritoneum.
3. Breng het eerste T-vormige bevestigingsmiddel aan en bevestig de
positie in de maag. Herhaal de procedure totdat alle drie T-vormige
bevestigingsmiddelen bij de hoeken van de driehoek zijn aangebracht.
4. Zet de maag vast aan de voorste buikwand en voltooi de ingreep.
De stomatractus aanleggen
1. Leg de stomatractus aan terwijl de maag nog steeds met lucht is gevuld en
tegen de buikwand aan ligt. Identificeer de punctieplaats in het midden van
het gastropexiepatroon. Controleer onder endoscopische begeleiding of de
plaats boven het distale lichaam van de maag ligt onder de ribbenboog en
boven het colon transversum.
Opgelet: Vermijd de a. Epigastrica die zich bij de overgang van het voor
twee derde mediale en een derde laterale gedeelte van de m. Rectus bevindt.
Waarschuwing: Voorzichtig te werk gaan om te voorkomen dat
de punctienaald te diep wordt opgevoerd teneinde aanprikken
van de achterste maagwand, pancreas, linkernier, aorta of milt te
voorkomen.
2. Verdoof de punctieplaats met een plaatselijke injectie van 1% lidocaïne in het
peritoneale oppervlak.
3. Breng een met een 0,038 inch (0,96 mm) voerdraad compatibele
introducernaald in het midden van het gastropexiepatroon in het lumen van
de maag in, naar de pylorus gericht.
NB: De beste inbrenghoek is een hoek van 45 graden op het oppervlak van de
huid.
4. Controleer de juiste naaldplaatsing onder endoscopische visualisatie.
5. Voer een voerdraad van maximaal 0,038 inch (0,96 mm) door de naald op tot
in de maag. Grijp de voerdraad onder endoscopische begeleiding vast met
een atraumatische tang.
6. Verwijder de introducernaald, maar houd de voerdraad op zijn plaats. Voer de
introducernaald af volgens het ziekenhuisprotocol.
Dilatatie
1. Gebruik een scalpelmes nr. 11 om een kleine huidincisie te maken die
langs de voerdraad omlaag door het onderhuidse weefsel en de fascia van
de musculatuur van de buik loopt. Nadat de incisie is gemaakt, moet het
scalpelmes worden afgevoerd volgens het ziekenhuisprotocol.
2. Voer een dilatator over de voerdraad op en dilateer de stomatractus tot de
gewenste grootte.
3. Verwijder de dilatator over de voerdraad, maar houd de voerdraad op zijn
plaats.
4. Meet de lengte van de stoma met het AVANOS* stomameetapparaat.
De lengte van de stoma meten
Opgelet: De keuze van de juiste maat MIC-KEY*-voedingssonde is van
doorslaggevend belang voor de veiligheid en het comfort van de patiënt.
Meet de lengte van de stoma van de patiënt met het stomameetapparaat. De
schachtlengte van de geselecteerde MIC-KEY*-voedingssonde moet hetzelfde zijn
als de lengte van de stoma. Een verkeerde maat MIC-KEY*-voedingssonde kan
necrose, 'buried bumper'-syndroom en/of hypergranulatieweefsel veroorzaken.
1. Bevochtig de tip van het stomameetapparaat met een in water oplosbaar
glijmiddel. Gebruik geen minerale olie. Gebruik geen vaseline.
2. Voer het stomameetapparaat over de voerdraad, via de stoma, op tot in de
maag. BRENG HET NIET MET KRACHT IN.
3. Vul de injectiespuit met Luer-schuifaansluiting met 5 ml water en bevestig
deze aan de ballonpoort. Druk de zuiger van de spuit in en vul de ballon.
4. Trek het apparaat voorzichtig naar de buik toe totdat de ballon tegen de
binnenkant van de maagwand rust.
5. Schuif de kunststof schijf omlaag naar de buik en noteer de meting boven de
schijf.
6. Voeg 4–5 mm toe aan de genoteerde meting om te zorgen voor de juiste
stomalengte en de juiste pasvorm van de stoma in welke positie dan ook.
Noteer de meting.
7. Verwijder het water in de ballon met behulp van een injectiespuit met Luer-
schuifaansluiting.
8. Verwijder het stomameetapparaat.
9. Documenteer de datum, het chargenummer en de gemeten lengte van de
schacht in centimeters.
Aanbrenging van de sonde
1. Selecteer de juiste maat MIC-KEY * jejunale voedingssonde en bereid deze
voor volgens de aanwijzingen in het bovenstaande gedeelte 'Voorbereiding
van de sonde' .
2. Voer het distale uiteinde van de sonde op over de voerdraad totdat het
proximale uiteinde van de voerdraad uit de introducercanule uitsteekt.
NB: Directe visualisatie en manipulatie van de introducer en voerdraad kunnen
nodig zijn om de voerdraad door het uiteinde van de introducer op te voeren.
3. Houd het aanzetstuk van de introducer en de jejunumpoort vast terwijl u de
sonde over de voerdraad tot in de maag inbrengt.
4. Grijp de tip van de sonde onder endoscopische begeleiding vast met een
atraumatische tang.
5. Voer de AVANOS* MIC-KEY** jejunale voedingssonde op door de pylorus en
het bovenste duodenum. Voer de sonde verder op met behulp van de tang
totdat de tip zich 10–15 cm voorbij het ligament van Treitz bevindt en de
ballon zich in de maag bevindt.
6. Laat de sonde los en trek de endoscoop en de tang samen terug, maar houd
de sonde op zijn plaats.
7. Controleer of de externe bolster zich op gelijke hoogte met de huid bevindt.
8. Vul de ballon met behulp van een injectiespuit met Luer-schuifaansluiting.
• Vul de ballon met 5 ml steriel of gedistilleerd water.
Opgelet: Overschrijd niet het totale ballonvolume van 10 ml. Gebruik
geen lucht. Injecteer geen contrastmiddel in de ballon.
9. Verwijder de voerdraad door de introducercanule terwijl u de canule op zijn
plaats houdt.
10. Verwijder de canule.
De positie van de sonde controleren
1. Om mogelijke complicaties (bijv. irritatie of perforatie van de ingewanden) te
voorkomen, moet de juiste aanbrenging van de sonde door middel van een
röntgenopname worden gecontroleerd en moet worden gecontroleerd of de
sonde geen lussen maakt binnen de maag of dunne darm.
NB: De sonde is radiopaak en kan worden gebruikt om de positie te controleren.
Injecteer geen contrastmiddel in de ballon.
2. Spoel het lumen van de maag en van het jejunum door om te controleren of
ze niet verstopt zijn.
3. Controleer op vocht rond de stoma. Indien er tekenen zijn van gastrische
lekkage, controleer dan de positie van de sonde en ga na of de externe bolster
goed is aangebracht. Voeg zoveel vloeistof toe als nodig is in stappen van 1–2
ml.
Opgelet: Overschrijd niet het hierboven aangeduide totale

Publicité

loading

Produits Connexes pour avanos MIC-KEY