– Plaats de beide sluitklemmen in de lussen
van de gordels (afb. 17, A).
– Plaats vervolgens de bijbehorende voering-
lussen in de sluitklemmen (afb. 17, B).
– Trek van voren na elkaar aan beide gor-
dels, zodat de sluitklemmen in de verdie-
pingen in de rugleuning worden getrokken
en zich daarin vastzetten (afb. 18, A en B).
– Klap de rugleuning naar voren, trek de rug-
leuningbekleding eroverheen en lijn deze
uit (afb. 19).
– Zet de rugleuning rechtop en vergrendel
haar met de rode sluiting aan de achter-
zijde (afb. 20, A).
– Trek ter afsluiting nog eens krachtig aan
beide gordels om te controleren of deze
vastzitten.
Schoudertas bevestigen
– Open de klittenbandsluiting aan de achter-
zijde van de schoudertas.
– Leg de sluitingen om de beide buizen van
de duwstang en druk de klittenbandsluiting
weer tegen elkaar (afb. 21).
Zitpositie aanpassen
U kunt de zadelhouder met het gemonteerde
zadel op het frame verschuiven om de zitposi-
tie aan de lengte van het kind aan te passen.
Daarmee stelt u de geschikte afstand van het
zadel tot het stuur in en tegelijkertijd de opti-
male hoogte.
– Maak de bout onder het zadel los, door de
schroef aan de ene zijde met de meegele-
verde steeksleutel vast te houden en aan
de andere zijde met een andere steeksleu-
tel SW 10 de moer los te draaien (afb. 22,
A en B).
–
Schuif het zadel in de gewenste positie
(afb. 23) en draai de schroefbevestiging
weer vast (5 tot 8 Nm). Let erop dat geen
gordeldelen ingeklemd raken.
Voetsteunen
Monteer de voetsteunen aan de hand van de
bijgesloten montagehandleiding.
Afsluitende controle
Controleer na de montage grondig of alle
schroeven en gemonteerde onderdelen goed
vastzitten. Controleer of alle onderdelen
gemonteerd zijn en of er losse onderdelen
(schroeven of moeren) overgebleven zijn.
Verpakking als afval afvoeren
Voer de verpakkings- en beschermingsmate-
rialen af via de lokale inlever- en inzamelpun-
ten. Geef deze materialen niet mee met het
normale huisvuil.
36