Na gebruik in water:
•
De voetovertrek en de sok verwijderen
•
Het hulpmiddel afspoelen met zuiver water
•
Goed afdrogen
Vervang een versleten sok en/of voetovertrek om schade aan de componenten uit glasvezel te voorkomen.
Componenten uit de RUSH FOOT EVAQ8-collectie moeten tijdens de levenscyclus van het systeem mogelijk periodiek gereinigd of
vervangen worden. Ze zijn niet vervangbaar onder garantie, omdat dit als normale slijtage beschouwd wordt.
•
Slangen
•
Inline-filter
•
Terugslagkleppen in de vacuümhiel
B. Periodieke inspectie van het RUSH ROGUE 2 EVAQ8-systeem:
• Inspecteer de voetmodule elke zes maanden. Is de gebruiker actiever, dan kan een frequentere inspectie nodig blijken. Onderhoud
naargelang noodzaak.
• Inspecteer de slang visueel op knikken, scheuren of slijtage waardoor er lucht in het systeem kan lekken. Vervang de slang als deze
fenomenen zich voordoen.
• Neem de inline-filter uit de slang en kijk erdoorheen. Als u licht kunt zien, is de filter schoon. Wordt het licht geblokkeerd, blaas dan
lucht uit een spuit door de inline-filter van het distale naar proximale uiteinde (in tegengestelde richting van de normale stroom) om
de blokkering te verwijderen. Houdt de blokkering aan, dan moet de filter vervangen worden.
• De terugslagkleppen die zich in de vacuümhiel bevinden moeten mogelijk met gedestilleerd water of isopropylalcohol gereinigd en
gespoeld worden om een goede werking ervan te garanderen. Deze procedure mag alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde
professional.
• Om de terugslagkleppen en vacuümhiel te spoelen:
1. Uitlaatgeheel
2. Uitlaatfilter
3. Grote o-ring
4. Adapter klephuis
5. Kleine o-ring
1.
Verwijder de vacuümslang van de fitting van de gebruiker terwijl ze met de EVAQ8-voet verbonden blijft.
2.
Verwijder de EVAQ8-voet van de fitting van de gebruiker.
3.
Verwijder de vacuümslang van de EVAQ8-voet.
4.
Gebruik een fitting van
verbonden blijven met de uitlaatfilter (2). OPMERKING: Komt de klephuisadapter (4) niet los tijdens het verwijderen van de
uitlaatfilter (2), gebruik dan een platte schroevendraaier om hem te verwijderen.
5.
Plaats de klephuisadapter (4) in een bankschroef met zachte kaken of een tang met zachte grijpoppervlakken om de uitlaatfilter
(2) te verwijderen met een fitting van
worden.
6.
Verwijder met behulp van een
7.
Binnenin de hiel, onder de plaats waar de rechte koppeling (7) zich bevond, zit nog een Duckbill-klep (8). Verwijder de Duckbill-
klep (8) door de voet tegen uw hand te tikken of door een paperclip (9) te ontvouwen en hem in de andere kant van de hiel te
brengen om de Duckbill-klep (8) naar buiten te duwen.
8.
Inspecteer beide o-ringen (3 en 5) op de klephuisadapter (4). Eentje ervan bevindt zich aan de onderkant van de schroefdraad en
de andere zit in een groef van de behuizing. Vervang beide als ze enige slijtage vertonen.
9.
Maak de vrouwelijke schroefdraad in beide zijden van de hiel schoon met een wattenstaafje gedrenkt in isopropylalcohol of
gedestilleerd water.
10. Hergebruikt u de uitlaatfilter (1), rechte koppeling (7), inline-filter en Duckbill-klep (8)? Maak ze dan schoon met isopropylalcohol
of gedestilleerd water. Wees extra voorzichtig en zorgvuldig om ervoor te zorgen dat de Duckbill-klep (8) schoon en vrij van
vuilresten is (een loep is handig voor inspectie). Doorspoel de inline-filter in beide richtingen om er zeker van te zijn dat hij schoon
is.
11. Plaats alle onderdelen op een schoon oppervlak zodra ze droog zijn. Hetzelfde geldt als u nieuwe onderdelen uit een herstelkit
gebruikt.
12. Plaats de turkooizen Duckbill-klep (8) in de schroefdraadopening van de uitlaatfilter (1), zodat de rand van de Duckbill-klep (8)
aansluit tegen de opening van de uitlaatfilter (1) en zodat de punt van de Duckbill-klep (8) zich binnenin de uitlaatfilter (1) bevindt.
Schroef de uitlaatfilter (1) MET DE HAND in de klephuisadapter (4) tot hij vast zit.
13. Schroef het gemonteerde uitlaatgeheel (1) MET DE HAND in de zijde van de hiel die NIET via de vacuümslang met de
prothesefitting verbonden zal zijn.
14. Haal aan tot 15 in-lbs zodra het uitlaatgeheel (1) MET DE HAND goed vastgeschroefd zit. Haal niet te hard aan. Te hard aanhalen
zal de schroefdraad kapotmaken en de garantie doen vervallen. OPMERKING: Hebt u geen torsiesleutel, schroef het uitlaatgeheel
(1) dan vast tot u een harde stop voelt. Draai daarna nog
15. Plaats de witte Duckbill-klep (8) in de hielkant met de tussenruimte zodat de punt van de Duckbill-klep
(8) naar de binnenkant van de hiel wijst. Gebruik een kleine schroevendraaier of ontvouwde paperclip
(9) om ervoor te zorgen dat de Duckbill-klep (8) zich helemaal in de tussenruimte bevindt.
16. Schroef de rechte koppeling (7) MET DE HAND in de kant van de hiel met de tussenruimte.
16. Haal aan tot 15 in-lbs zodra de rechte koppeling (7) MET DE HAND goed vastgeschroefd zit. Dit is een erg laag aanspanmoment.
Te veel aanhalen zal de schroefdraden op de rechte koppeling (7) beschadigen en deze schade valt niet onder de garantie.
17. Hebt u geen torsiesleutel, schroef de rechte koppeling (7) dan vast tot u een harde stop voelt. Draai daarna nog
verder aan.
17. Bevestig de vacuümslang opnieuw aan de EVAQ8-voet door de vacuümslang over de rechte koppeling (7) te schuiven.
18. Plaats de Spectra-sok en de voetovertrek over de EVAQ8-voet.
19. Bevestig de EVAQ8-voet op de fitting van de gebruiker.
20. Bevestig het andere uiteinde van de vacuümslang op de fitting van de gebruiker. Het traject van de vacuümslang mag door de
prothesist bepaald worden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
2. Uitlaatfilter
7. Rechte
6. Duckbill-klep
koppeling
5
⁄
" en verwijder het uitlaatgeheel (1) van de hiel. Naar alle waarschijnlijkheid zal de klephuisadapter (4)
16
". OPMERKING: De Duckbill-klep (6) zal zachtjes in de bodem van de uitlaatfilter geduwd
5
⁄
16
1
⁄
" diepe fitting de rechte koppeling (7) uit de andere kant van de hiel.
4
8. Duckbill-klep
9. Paperclip
(voet liggend)
1
⁄
van een slag verder aan.
16
Pagina 4 van 5
9. Paperclip
(voet rechtop)
Juist
Fout
1
⁄
van een slag
16