Aansluiting Op Het Elektriciteitsnet; Ophijsen En Transport; Inwerkingstelling - Cebora 553 Manuel D'instructions

3.4

Aansluiting op het elektriciteitsnet

Door de aansluiting van apparaten met een hoog vermogen op het elektriciteitsnet kan de kwaliteit van het energie van
het elektriciteitsnet worden benadeeld. Voor de aansluiting van dergelijke apparaten kan een maximale impedantie
van de lijn Zmax vereist zijn. De installateur of gebruiker moet zich ervan verzekeren dat het apparaat is aangesloten
op een lijn met correcte impedantie. Informeer bij het plaatselijke nutsbedrijf.
Controleer of de netspanning overeenstemt met de spanning die op het plaatje met technische gegevens van het
lasapparaat is vermeld. Sluit een stekker aan die geschikt is voor het stroomverbruik I1 dat op het typeplaatje is
vermeld. Controleer of de geel/groene geleider van de voedingskabel aangesloten is op het aardingscontact van de
stekker.
Gebruik het apparaat uitsluitend als het is aangesloten op een elektriciteitsnet met aardingsgeleider. Het gebruik
van het apparaat dat is aangesloten op een elektriciteitsnet zonder aardingsgeleider of een stopcontact zonder
aardingscontact is een ernstige vorm van nalatigheid.
De fabrikant acht zich niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of materiële schade die hieruit kan voortvloeien.
De gebruiker moet regelmatig de perfecte werking van de aardingsgeleider van de installatie en het gebruikte apparaat
laten controleren.
De magnetothermische schakelaar of de zekeringen die tussen het elektriciteitsnet en de generator aangebracht zijn,
moeten
een vermogen hebben dat gelijk is aan het stroomverbruik l1 van de machine. Controleer de technische gegevens
van het apparaat.
OPGELET!: Als verlengsnoeren gebruikt worden, moeten de kabels van dit verlengsnoer een doorsnede hebben van
minstens 2,5 mm².
Maak geen gebruik van verlengsnoeren die meer dan 30 m lang zijn.
De generator kan worden gevoed door een motor-generator.
Neem de waarden van tabel 1 in acht voor de keuze van het vermogen van de motor-generator
Art.
553
558
555
557
3.5

Ophijsen en transport

Raadpleeg de handleiding Waarschuwingen 3301151 voor het ophijsen en het transport.
3.6

Inwerkingstelling

Uitsluitend ervaren personeel mag de machine installeren. De aansluitingen moeten worden verricht in
overeenstemming met de van kracht zijnde normen en veiligheidswet (normen IEC 26-36 en IEC/EN60974- 9).
De generator wordt in- en uitgeschakeld met de schakelaar G.
362/398
Tabel 1
Vereist
vermogen motor-generator
groter dan of gelijk aan 10 kVA
groter dan of gelijk aan 8 kVA
groter dan of gelijk aan 10 kVA
groter dan of gelijk aan 18 kVA
GEVAAR
OPGELET
3301230/A