2.3
BESCHRIJVING VAN DE VEILIGHEIDSVOOR
ZIE NINGEN
2.3.1 Thermische beveiliging
Deze uitrusting is beveiligd door een thermostaat. Wan-
neer de thermostaat in werking treedt, levert de machine
geen stroom meer, maar blijft de ventilator werken. Het
gele led-lampje (B) licht op om aan te geven dat de ther-
mostaat is geactiveerd. Schakel de lasmachine niet uit
voordat het led-lampje is gedoofd.
2.3.2 Motoraangedreven generatoren
Deze moeten een vermogen hebben van 8 KVA of meer en
en mogen geen spanning leveren die hoger is dan 260 V.
3 INSTALLATIE
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de
spanning die vermeld wordt op het plaatje met techni-
sche gegevens van het lasapparaat.
Verbind een stekker met een geschikt vermogen met de
voedingskabel, en zorg ervoor dat de geel/groene ader
verbonden is met het aardingsstekkertje.
Het vermogen van de magnetothermische schakelaar of
van de zekeringen, in serie met de voeding, moet gelijk
zijn aan de stroom I1 die door het apparaat wordt ver-
bruikt.
G
F
E
D
A
P
44
Eventuele verlengkabels moeten een doorsnede hebben
die geschikt is voor de verbruikte stroom I1.
3.1. INBEDRIJFSSTELLING
Het apparaat moet door ervaren personeel worden ge-
installeerd. Alle verbindingen moeten tot stand worden
gebracht in overeenstemming met de geldende voor-
schriften en met volledige inachtneming van de wet op de
ongevallenpreventie (norm CEI 26-36- IEC/EN 69974-9).
3.2
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A - Keuzeschakelaar van proces en modus
Met deze knop wordt het lasproces (Elektrode of
TIG) en de modus gekozen.
Bij elke druk op deze knop verandert de instel-
ling.
De leds die gaan branden in correspondentie met de
symbolen geven de keuze aan die u heeft gemaakt.
F - LED. MMA-LASSEN
Dit apparaat kan met alle soorten beklede elek-
troden lassen, behalve cellulose.
De lasstroom wordt geregeld met de knop H.
I
C
L
M
B
O
Q
S
S
G
R