9. Probleemoplossing en alarmstatus
De volgende tabel helpt u bij het verhelpen van problemen die zich kunnen voordoen
bij de Nimbus 4- en Nimbus Professional -systemen. Deze alarmen veroorzaken
geen vertraging of onderbreking van de therapie.
Zie Paragraaf 4, Pagina 10 "Knoppen, alarmsignalen en indicatielampjes"
voor een uitgebreide beschrijving van de alarmsignalen en indicatielampjes op
de pomp.
Indicatielampje
Er branden geen
indicatielampjes op
het bedieningspaneel
van de pomp.
en
Mogelijke oorzaak
1. De pomp is niet
aangesloten op de
netvoeding.
1. De pomp blaast het
matras op.
2. CPR-knop staat niet
volledig in de sluitstand.
1. De slangenset is niet
op de juiste manier
aangesloten.
2. De aansluitingen van
de slangenset zijn
beschadigd.
3. CPR-knop staat niet
volledig in de sluitstand.
4. De Transport-knop op het
matras staat in de stand
Transport.
5. Er is sprake van een lek in
het systeem
1. De slangenset is
geblokkeerd.
Oplossing
1. Zorg dat de pomp is
aangesloten op de
netvoeding.
Zorg dat de
netvoedingskabel correct
is geplaatst.
Neem contact op met
ArjoHuntleigh.
1. Beide indicatielampjes
gaan uit zodra de
bedrijfsdruk is bereikt.
2. Sluit de CPR-knop af.
1. Controleer de
aansluitingen van de
slangenset en zorg ervoor
dat deze degelijk zijn
bevestigd aan de pomp
en het matras.
2. Verzeker u ervan dat de
oppervlakken van de
slangensetaansluitingen
schoon zijn en niet zijn
beschadigd.
3. Sluit de CPR-knop af.
4. Draai de Transport-knop
naar de stand Normaal.
5. Neem contact op met
ArjoHuntleigh.
1. Controleer of de
slangenset niet geknikt is.
25
Priority
NVT
NVT
Lage prioriteit
volgens
IEC60601-1-8
Lage prioriteit
volgens
IEC60601-1-8