Aansluiting en bediening
Draadinvoer vooruit/achteruit
Wanneer er niet wordt gelast, kan de draaddoorvoer
worden geactiveerd door een van de toetsen in te drukken
of kan worden geactiveerd door de robotinterface, als de
RWF 32/33 draadaanvoerunit wordt gebruikt in een robot-
opstelling.
IGC (Intelligent Gas Control)
De RWF 32/33-unit kan worden geleverd met IGC, een
functie voor dynamische gasdoorstroom afstelling op basis
van de lasparameters. De gasdruk moet zodanig worden
ingesteld, dat tijdens het lassen een druk van 2-6 bar wordt
aangehouden. Kalibreer de IGC gasdoorstroom op de
afstandsbediening (zie de gebruikershandleiding voor een
gedetailleerde beschrijving).
Gas test
De gasstroom testfunctie kan worden geactiveerd op de
robot-interface of door op de gastesttoets op de afstands-
bediening te drukken (zie gebruikershandleiding voor een
gedetailleerde beschrijving).
Status indicator (12)
• LED uit: RWF is niet actief. Gebruik de robotinterface of
de aangesloten toorts om de RWF-eenheid te activeren.
• Knipperende LED: RWF is actief maar niet CAN-
verbonden met de stroombron. Controleer de CAN-
bekabeling en de stekker.
• LED aan: RWF is actief.
Schone Lucht (3+10) (niet alle modellen)
Als de RWF-eenheid wordt gebruikt in combinatie met
een geïntegreerde robotinterface, is het mogelijk om
een compressoreenheid aan te sluiten voor het reinigen
van de gasmondstuk. Stel de perslucht in en gebruik de
robotinterface voor besturing.
Botsingsbeveiliging voor robotcontroller (5)
De aanraakbeveiligingsfunctie maakt een aansluiting van
een mechanische zekering op de robottoorts mogelijk. Dit
voorkomt dat de toorts uit de kalibratie komt in geval van
een botsing met een werkstuk.
Aanraakdetectie (1)
Voor lasnaadlokalisatie; deze functie is van toepassing
als de RWF-unit wordt gebruikt in een geïntegreerde
robotinterfaceinstelling en lasdraad of een contactpunt
gebruikt om elektrisch contact te maken. De robot past
automatisch de lasnaadpositie aan voorafgaand aan het
ontsteken van de boog.
Voor de exacte positionering van de lastoorts is het
mogelijk om het Aanraakdetectie-signaal te gebruiken.
Deze optie is alleen beschikbaar als u Fieldbus-
communicatie gebruikt.
Wanneer de lasdraad contact maakt met het werkstuk,
wordt de robot/regelaar dit verteld doordat de status van
een output-bit wordt gewijzigd. Aanraakdetectie kan ook
worden aangesloten op het gasmondstuk.
Let op: De aanraakdetectie via het gasmondstuk wordt automatisch
ingeschakeld via een relais bij het activeren van de aanraak-
detectie functie. Het relais zal om veiligheidsredenen tijdens het
lassen het detectiesignaal van het gasmondstuk afkoppelen.
Activeer aanraakdetectie door het aanraakgevoelige input-bit in te
schakelen.
Note: Voor Sigma Select is dit input-bit # 123. Zie Fieldbus-configuratie-
bestand voor meer informatie.
Lees de output-bit voor de aanraakdetectie status.
Wanneer de lasdraad (of optioneel het gasmondstuk) contact maakt
met het werkstuk, terwijl er niet wordt gelast.
Note: Voor Sigma Select uitvoer-bit # 147 is ON als er contact is, en OFF
als er geen contact is. Zie Fieldbus-configuratiebestand voor meer
informatie.
ACHTERKANT
Naar robotcontroller
Naar botsingssensor
en aanraaksensor
Mannetje
0V
1
24V
2
Aanraaksensor signaal
3
Toorts
gasmond-
stuk detectie
relais
Lassen
+
van stroombron
29
b
otsingsbescherming en
gevoeligheid signaal aan de toorts
b
1: 0 V
roche
naar botsingssensor
b
2: +24 V
roche
naar botsingssensor
b
3: s
roche
ignaal naar de botsingssensor
b
7: c
roche
ontactmetings aansluiting Van
gasmondstuk
b
otsingsbescherming signaal naar
robot controller
b
1: 0 V
roche
Vanuit robot controller
b
2: +24 V
roche
Van robot controller
b
3: b
roche
otsingssignaal naar robot controller
VOORKANT
Naar RWF-botsingssensor
a
BINZEL
Vrouwtje
ABICOR
Bekabeling
1
b
a = groen
2
7
b = wit
c = bruin
3
1KΩ 50W
Mannetje
1
Toorts
Centraal
Botsing
aansluiting
sensor
en aanraaksensor
Mannetje
1
2
7
c
3
3
2
Contact-
signaal toorts
gasmondstuk