bediening
14
Oververhittingsbeveiligingen
Het toestel kan oververhit raken, wanneer:
de pan de warmte niet goed geleidt;
n
vet of olie op een hoge stand verhit wordt;
n
er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook ventilatiebeveiliging bij het in-
n
stallatievoorschrift) .
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende kookzone,
respectievelijk alle kookzones, tot een van de volgende reacties:
de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets laten afnemen;
n
wanneer dit niet helpt zal de kookplaat uitschakelen en de melding E2 in de
n
displays laten zien .
Wanneer de kookplaat voldoende is afgekoeld verdwijnt de melding E2 weer
en kunt u het toestel opnieuw inschakelen .
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel geactiveerd wordt
door:
pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden;
n
vet of olie op een lagere stand te verhitten;
n
voldoende luchtcirculatie .
n
Neem contact op met de servicedienst of een erkend vakman indien de
oververhittingsbeveiliging desondanks opnieuw geactiveerd wordt .
pannen
15
De kookplaat optimaal gebruiken
Het warmteverlies is minimaal omdat de warmte in de pan zelf opgewekt wordt .
Bij kleinere pannen wordt alleen dat deel van de zone geactiveerd dat contact
maakt met de panbodem . Een bijkomend voordeel is dat de handgrepen van
de pan niet warm worden door stralingswarmte langs de pan .
1. Warmteverlies en hete
handgrepen bij een
conventionele kookplaat .
2. Geen warmteverlies en koude
handgrepen bij inductiekoken .
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn .
Zet alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak .
n
Til pannen altijd op als u ze verplaatst .
n
Gebruik de kookplaat niet als werkvlak .
n
Schuif de panbodem over een (vochtige) doek, voordat u de pan op het
kookvlak zet . Dit voorkomt dat er zandkorreltjes en dergelijke op het kookvlak
terechtkomen .
Til pannen altijd op;
schuif er nooit mee .
Kook altijd met het deksel op
de pan om energieverlies te
voorkomen .
Bij inductiekoken wordt gebruik gemaakt van een magnetisch veld om warmte
op te wekken . Daarom moet de panbodem ijzer bevatten en dus magnetisch
zijn . De kookzones van de kookplaat hebben de volgende diameters:
IDK 645 - linksvoor en rechtsachter 20 cm, rechtsvoor en linksachter 16 cm .
IDK 345 - voor 20 cm, achter 16 cm .
De kookplaat past zich echter automatisch aan bij gebruik van kleinere of
grotere pannen . Bij kleinere pannen is er dus geen energieverlies, maar het
vermogen is lager dan bij grotere pannen . De panbodem moet altijd groter zijn
dan 12 cm .
1
2