NL
NEDERLANDS
in
=3, 4
Geen
(2)
Hulpsetpoint
actie
Pauxn
in
(2)
=5, 6
Geen
Systeem disable
actie
in
=7, 8
Geen
(2)
Systeem
actie
disable+ reset
storingen en
waarsch.
in =9
Geen
Rest storingen
actie
en waarsch.
in
(2)
=10, 11, 12,
Geen
13 Functie Kiwa
actie
(signaal lage
druk in ingang)
PR=0
Geen
Afstand-
actie
druksensor
gedeactiveerd
PR=1
Geen
Gebruik afstand-
actie
druksensor
Tabel 5: Interventie van de veiligheidsmodus.
(1)
De activering van de functie die hoort bij deze cel + willekeurig welke
andere functie in veiligheidsmodus veroorzaakt een stop van het sys-
teem. In dit geval toont het systeem de belangrijkste oorzaak van de stop.
I door een komma gescheiden nummers geven de mogelijke waarden
(2)
aan die kunnen worden ingesteld voor de functie in kwestie.
238
Activering
Geen
Activering
overe-
actie
van de laag-
enkomstige
ste druk van
hulpsetpoint
de ingestelde
hulpsetpoints
Stop van het
Geen
Stop van het
systeem F3
actie
systeem
Stop van
Geen
Stop van het
het systeem
actie
systeem
F3 + reset
storingen en
waarsch.
Rest sto-
Geen
Geen
ringen en
actie
actie
waarsch.
Stop van het
Geen
Stop van het
systeem F4
actie
systeem
Geen
Geen
Geen
actie
actie
actie
Setpoint op
Geen
Het afstan-
afstandsensor
actie
dsetpoint
wordt gene-
geerd
Voor wat de besturingseenheid betreft daarentegen, deze zal in geval van
uitvallen van de communicatie het relais 1 activeren
5.1.4 - Aansluiting op meerdere besturingseenheden
Er mogen maximaal 2 besturingseenheden tegelijk worden gebruikt, op
voorwaarde dat de ene van het type PWM Com is en de andere van het
type e.sylink of PWM IO.
(1)
Het is niet toegestaan om tegelijkertijd twee besturingseenheden van het
type e.sylink en PWM IO te gebruiken.
Indien er 2 besturingseenheden tegelijk worden gebruikt, dienen de in
(1)
onderstaande tabel vermelde ingangen te worden aangesloten
Besturingseenheden die zijn aange-
sloten op het e.sybox-systeem
PWM Com+e.sylink
PWM Com+PWM IO
(1)
Tabel 6: Besturingseenheid waarop de ingangen moeten worden aang-
esloten (geval van gebruik van e.sybox met 2 besturingseenheden)
OPMERKING: de besturingseenheid PWM Com is niet uitgerust met
een drukingang, dus wanneer alleen deze eenheid wordt gebruikt,
is het niet mogelijk om de functie van het afstandsetpoint te gebruiken.
5.1.5 - Instelling van de functies vanaf besturingseenheid
De default-waarde van alle ingangen en van de afstand-druksensor is
DISABLE, om ze te kunnen gebruiken moeten ze dus worden geactiveerd
door de gebruiker, zie par 7.6.15 – Instelling van de digitale hulpingangen
IN1, IN2, IN3, IN4, par druksensor 7.5.6 - PR: Afstand-druksensor.
De uitgangen zijn als default geactiveerd, zie functies uitgangen par
7.6.16 - Instelling van de uitgangen OUT1, OUT2.
Als er geen enkele besturingseenheid geassocieerd is, worden de func-
ties van ingangen, uitgangen en afstand-druksensor genegeerd en heb-
ben geen enkel effect, hoe ze ook zijn ingesteld.
De parameters die aan de besturingseenheid gekoppeld zijn (ingangen,
uitgangen en druksensor) kunnen ook worden ingesteld als de verbinding
afwezig of zelfs niet tot stand gebracht is.
Inrichting waarop de ingangen moe-
ten worden aangesloten
e.sylink
PWM IO