Aansluiting dubbelwandige doorvoerbuis op
de kachel
De rookgasafvoerpijp (1) bij het begin in elkaar drukken zodat
de windingen tegen elkaar liggen. Klem (4 – klauwen wijzen
naar de kachel) over de rookgasafvoerpijp (1) schuiven. Schuif
klem (7) op de verbrandingslucht-toevoerbuis (5). De rookgas-
afvoerpijp (1) tot aan de aanslag op de aansluiting (3) schui-
ven. Klem (4) tot de aanslag schuiven – de aanslag moet tus-
sen de klauwen van de klem liggen – vastschroeven. Schuif
de verbrandingslucht-toevoerbuis (5) op de aansluiting (6) en
zet hem met klem (7) vast.
6
3
3 – 4 Nm
Afbeelding 9
Omgevingsluchtaanzuiging
De omgevingslucht wordt door de kachel aangezogen. Dit
moet via één grote of meerdere kleine openingen met een to-
tale oppervlakte van min. 150 cm² vanuit de woonruimte (niet
de garage achterin) naar de inbouwruimte gebeuren.
Als er een rooster (niet bijgeleverd) wordt geïnstalleerd (af-
beelding 10), dan moeten dezelfde eisen ten aanzien van de
doorlaatbare oppervlakte (150 cm²) voor het aanzuigen van
lucht in acht worden genomen.
Afbeelding 10
De openingen voor de aanzuiging van de omgevingslucht
moeten zodanig zijn aangebracht dat het onder normale ge-
bruiksomstandigheden onmogelijk is om de uitlaatgassen van
de motor van het voertuig en de rookgassen van de kachel
aan te zuigen. Door constructieve maatregelen moet gega-
randeerd zijn dat de in het interieur van het voertuig geblazen
verwarmingslucht niet kan worden verontreinigd.
42
4
1
7
5
Verdeling van de warme lucht
De warme lucht wordt via flexibele buizen voornamelijk ter
hoogte van de vloer de woonruimte ingeblazen.
De 4 aansluitingen van de kachel zijn gemaakt voor de buis
ÜR Ø 65 mm (art.-nr. 40230-00). Er mogen uitsluitend druk-
vaste buizen volgens de kwaliteitseisen van Truma worden ge-
bruikt. Andere buizen, die niet voldoen aan onze kwaliteitsei-
genschappen (met name de druksterkte op de buisuiteinden,
de buisdiameter en het aantal groeven), mogen in geen geval
worden gebruikt.
Als de warmeluchtbuis bij weinig ruimte direct achter de war-
meluchtuitlaat van de kachel sterk moet worden gebogen,
dan adviseren wij het gebruik van een bocht van 90° BGC
(art.-nr. 34091-01). Deze bocht maakt de aansluiting van
een warmeluchtbuis ÜR met Ø 65 mm of VR met Ø 72 mm
mogelijk.
Afbeelding 11
Bij een buislengte van minder dan 2 m mag het uitblaasroos-
ter niet hoger dan de warmeluchtuitlaat worden gemonteerd.
Daarnaast moet bij een buislengte van minder dan 50 cm de
buis tussen de warmeluchtuitlaat en het uitblaasrooster een
sifon vormen.
L ≤ 50 cm
Afbeelding 12
Door deze maatregelen wordt in de zomerstand een onge-
wenste opwarming van het voertuig door convectie (schoor-
steeneffect) voorkomen.
De buizen voor de verdeling van de warme lucht moeten
stevig in de aansluiting zijn gestoken. Voor een steviger
bevestiging is op elke aansluiting een clip aangebracht.
Voor een optimale verdeling van de warme lucht adviseert
Truma altijd alle 4 warmeluchtuitlaten van de kachel aan te
sluiten. Als slechts 3 warmeluchtuitlaten nodig zijn, dan moet
een van de onderste warmeluchtuitlaten met een afsluitdeksel
VD-Combi (art.-nr. 34310-01) worden afgesloten. Het afsluit-
deksel moet stevig in de aansluiting van de kachel worden ge-
drukt, tot hij hoorbaar vergrendelt en stevig vastzit. Controleer
of het deksel goed vastzit.
Bij gebruik van 4 warmeluchtuitlaten mag in één warme-
luchtbuis een afsluitbaar eindstuk EN worden inge-
bouwd. Bij slechts 3 warmeluchtuitlaten moet erop worden
gelet dat bij gebruik van een afsluitbaar eindstuk ( bijv. badka-
mer) een tweede, niet afsluitbaar uitblaasrooster in de warme-
luchtbuis wordt ingebouwd.
Bij de kachel Combi 6 (E) moeten, om een ophoping
van warmte te voorkomen: alle vier warmeluchtaanslui-
tingen worden bezet. De diameter van de warmeluchtbuizen
mag niet door samenbrengen of dergelijke worden vermin-
derd. Als er in een warmeluchtbuis van de Combi 6 (E) een af-
sluitbaar eindstuk EN (bijv. in de badkamer) wordt ingebouwd,
dan moet er een tweede niet-afsluitbaar uitblaasrooster in de-
ze warmeluchtbuis worden ingebouwd.
Het warmeluchtsysteem wordt voor elk type voertuig individu-
eel modulair uitgevoerd. Daarvoor is een uitgebreid accessoi-
res-programma beschikbaar.
L ≤ 50 cm